Topschilderwerken gestolen uit Zwitsers museum

Uit een museum in Zürich zijn zondag meerdere doeken van Cézanne, Degas, Van Gogh en Monet gestolen, zo heeft de plaatselijke politie bekendgemaakt. De waarde van de werken bedraagt meer dan 66 miljoen euro.

Enkele dagen nadat al twee Picasso's waren verdwenen uit een Zwitsers museum gingen kunstdieven opnieuw met vier schilderijen aan de haal in Zürich. De werken van impressionisten Monet, Degas, Van Gogh en Cézanne zijn samen 112 miljoen euro waard.

De rovers, die de werken ontvreemdden bij een gewapende overval, grepen meteen naar de topstukken die aan de muren hingen: Veld met klaprozen in Vetheuil (Claude Monet), Ludovic Lepic met zijn dochters (Edgar Degas), Bloeiende kastanjetakken (Vincent van Gogh) en Jongen in rood vest (Paul Cézanne).

"Er is een nieuwe dimensie bereikt met een gewapende overval in een museum", zei Mario Cortesi, woordvoerder van de Zürichse politie, op een persconferentie.

Er is ondertussen een beloning van zo'n 100.000 Zwitserse franken (62.000 euro) beloofd voor wie de politie gegevens kan doorspelen die tot de vondst van de schilderwerken leiden. De vraag is wat de overvallers, wegens de hoge faam die de werken genieten, met de buit zullen doen. "Op de vrije markt zijn ze onverkoopbaar", stelde Lukas Gloor, de directeur van het museum. Hij sluit niet uit dat de overvallers er een losprijs voor zullen vragen.