Huis van Alijn wil nationale erkenning

Het Huis van Alijn, het vroegere Museum voor Folklore, in Gent wil vanaf 2009 een nationale erkenning. Op dit ogenblik is het Huis van Alijn alleen regionaal erkend. Om een hogere erkenning te behalen, heeft het museum naast een directeur ook vier vaste stafmedewerkers nodig en moet de hele collectie elektronisch geregistreerd zijn. Het Gentse stadsbestuur heeft daarvoor de nodige subsidies voorzien.

De directie van het Huis van Alijn wijst erop dat het museum de jongste jaren sterk is geëvolueerd. Vroeger stond daar het Gent uit het einde van de negentiende eeuw centraal, maar het brandpunt is nu verschoven naar het dagelijkse leven in Vlaanderen in de twintigste eeuw, met onder meer aandacht voor de jaren vijftig, zestig en zeventig. Geen enkel ander museum in Vlaanderen besteedt daar volgens het Huis van Alijn aandacht aan.

Het Huis van Alijn verzamelde ondermeer amateurfilms van wijkkermissen, huwelijken, communiefeesten en andere gebeurtenissen uit het dagelijkse leven. Daarnaast heeft het museum ook een circuscollectie en een taalkamer waar dialecten uit heel Vlaanderen aan bod komen. Een regionale erkenning is goed voor 50.000 euro per jaar van de Vlaamse Gemeenschap en 75.000 euro van de provincie. Een nationale erkenning levert tussen 200.000 en 400.000 euro op

Daar komen nog de subsidies van de stad Gent bovenop. Die bedragen jaarlijks 312.000 euro.