Platform21

Thursday, October 13, 2005

Antwerpse maniëristen maakten kunst voor Europese markt

De meesters van de Antwerpse maniëristen uit de vijftiende eeuw zijn niet meteen de meest gekende en meest bewonderde telgen uit de Vlaamse kunstgeschiedenis. Toch zijn ze volgens experts belangrijker en boeiender dan velen veronderstellen. Rond het werk van die miskende generatie is in het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen de tentoonstelling ‘ExtravagAnt’ opgebouwd.


Pseudo-Blesius 'Onthoofding'

“Kunst volgt rijkdom,” merkte professor Max Martens, lid van het wetenschappelijk comité dat de tentoonstelling uitbouwde. “Dat gold zeker in het Antwerpen van de zestiende eeuw. Er waren toen in de Scheldestad minstens 150 meester-schilders actief. Internationale kooplui voerden ook die kunst uit naar heel Europa. Daarmee stonden de Antwerpse maniëristen mee aan de wieg van de internationale kunsthandel.”

De kunstenaars hebben echter nooit de beroemdheid verworven die hun nazaten wel genieten. “Dat heeft zeker te maken met het feit dat hun namen in veel gevallen onbekend zijn gebleven,” stipte Max Martens aan. “De schilderijen zijn niet gesigneerd en het is meestal onmogelijk om de stukken te verbinden met de schildersnamen die we in de registers aantreffen.”


Max Martens en Peter van den Brink

Daarom bedienden kunsthistorici zich van noodnamen, zoals Pseudo-Blesius, de Meester van de Von Groote-Aanbidding, de Meester van Amiëns, de Meester van de Antwerpse Aanbidding en de Meester van 1518. Van een aantal meesters werd de naam inmiddels achterhaald, zoals Jan de Beer en Adriaan van Overbeke. De Meester van 1518 zou volgens een aantal historici zelfs Jan Mertens van Dornicke zijn, de schoonvader van Pieter Coecke van Aelst en dus een voorvader van Breughel.

De Antwerpse maniëristen waren bijzonder productief, volgens kenners slechts geëvenaard door de Brabantse retabelindustrie. “Men kopieerde originele composities in tal van varianten en men recycleerde motieven,” benadrukte Max Martens. “Onderwerp en stijl werden gekozen in functie van de verkoopbaarheid.”

De tentoonstelling loopt in samenwerking met het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Eén van de drijvende krachten achter de collectie in het Antwerpse museum is trouwens Peter van den Brink, gewezen directeur van het Bonnefantenmuseum en nu in diezelfde functie aan de slag in het Suermond-Ludwig Museum in het Duitse Aken.

Eén van de geliefkoosde thema’s van de maniëristen was volgens Peter van den Brink de Aanbidding der Wijzen. “Die kwamen, net zoals de kooplui, uit drie verschillende windstreken,” voerde Max Martens aan. “Bovendien was het een gedroomd onderwerp om rijkdom, extravagante mode en fantastische architectuur weer te geven. De stijl van deze maniëristen is extravagant. Virtuositeit woog zwaarder dan monumentaliteit en dus werden hoofd- en bijzaken niet gescheiden.”

De samenstellers van de tentoonstelling benadrukken dan ook dat talentrijke meesters zoals Jan Gosaaert, Quienten Metsys en Pieter Coecke van Aelst in hun vroegste werken ook niet ongevoelig bleken voor de gemanieerde extravagantie. De tentoonstelling opent dan ook met werken van enkele tijdgenoten van de Antwerpse maniëristen.

Tot de topstukken van de collectie horen volgens Peter van den Brink ongetwijfeld het ‘Triptiek met de Aanbidding door de Koningen’ van Jan de Beer, dat net zoals een aantal andere werken speciaal voor deze tentoonstelling werd gerestaureerd, ‘Heilige Familie en muziekmakende Engelen’ (Pseudo-Gossaert) en een triptiek van de Meester van de Antwerpse Aanbidding.

Peter van den Brink wijst ook op het werk van de ‘Meester van de Johannesmartelingen’. Eén paneel behoort toe aan een Italiaanse privé-collectie, het andere aan het Louvre. “Het is wellicht voor het eerst in verscheidene eeuwen dat de twee panelen weer zijn samengebracht,” benadrukt hij.

De tentoonstelling ‘ExtravagAnt’ loopt tot 31 december. Daarna verhuist ze naar het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Meer informatie is verkrijgbaar op de website www.museum.antwerpen.be/kmska. Bij de tentoonstelling hoort ook een publicatie die bestaat uit een bundel essays en een geïllustreerd catalogusgedeelte en kan volgens de samenstellers beschouwd worden als een standaardwerk over het onderwerp.

0 Comments:

Post a Comment

Subscribe to Post Comments [Atom]

<< Home