Geredde Afghaanse schatten in Amsterdam
Het Nationaal Museum van Kaboel, waar de collectie vandaan komt, werd pas in 1919 opgericht. Op het ogenblik van de communistische staatsgreep in 1978 bezat het museum ruimhonderdduizend pre-islamitische en etnografische stukken. Onder het Taliban-regime, dat een verbod op beelden uitvaardigde, werden 2.500 objecten vernield. In 1988 besloot de conservator, Omar Khan Massoudi, de kostbaarste stukken te verbergen.
Samen met zes medewerkers sloop Massoudi ’s nachts het museum binnen. Ze laadden het goud in kisten en brachten het over naar een kluis van de nationale bank in het presidentiële paleis. De kluis werd door de zeven mannen met zeven sleutels vergrendeld, zodat niemand op eigen initiatief bij de stukken zou kunnen komen. De kluis werd door de Taliban weliswaar ontdekt, maar zelfs met dynamiet kregen ze het ding niet open.
‘Verborgen Afghanistan’ gaat over de oudste geschiedenis van dat land. De stukken komen uit de woeste bergstreek in het noorden, die in de Oudheid als Bactrië bekend stond. Het gebied lag aan de Zijderoute en is traditioneel een plek waar oosterse en westerse invloeden samenkomen. Er werden bijvoorbeeld boeddha's gemaakt die Griekse gewaden dragen, met een plooienval die perfect het lichaam volgt.
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home