Een boek om te lezen en te laten lezen
In het Antwerpse stadhuis is woensdagmiddag het boek 'Mijn leven als KZ A 5148' van de Joodse gedeporteerde Regine Beer voorgesteld. Het is een uitbreiding van haar eerste boek en belicht nu ook het lot van haar familieleden in de nazikampen en de verwerking van de tragedie na haar terugkomst uit Auschwitz-Birkenau.
Het was ook in hetzelfde stadhuis dat de nachtmerrie van Regine Beer begon. Op 15 juli 1940 werd ze er immers ook geregistreerd als Joodse. Nochtans was ze slechts half-joodse en moest ze zich eigenlijk helemaal niet laten registreren. Maar die registratie zorgde er wel voor dat ze als 23-jarige op 3 september 1943 als enige in het gezin tijdens een nachtelijke razzia door de Gestapo werd opgepakt en afgevoerd naar de Dossin-kazerne in Mechelen.
Op 19 mei 1944 vertrok ze daar met een treinkonvooi naar Auschwitz-Birkenau. Het was het voorlaatste konvooi dat door de Duitsers vanuit Mechelen naar het oosten zou worden gestuurd. In totaal werden 25.257 Belgische Joden naar het vernietigingskamp van Auschwitz gevoerd. Maar daar kregen er slechts 7.948 een interneringsnummer. De anderen werden bij aankomst onmiddellijk afgevoerd naar de gaskamers.
Op 18 januari 1945 werd het kamp ontruimd om te ontsnappen aan de oprukkende Russen. De gevangenen kwamen zo terecht naar het vrouwenkamp van Ravensbrück en vevolgens naar het kamp van Malchow. Daar werden op 1 mei 1945 de poorten geopend en na een mars van drie dagen en drie nachten bleken plotseling hun bewakers verdwenen.
Op zondag 20 mei 1945 was Regine Beer terug in Turnhout. Maar haar leven zou nooit meer hetzelfde zijn. In haar boek getuigt ze hoe ze sindsdien met dat verleden heeft geworsteld en er onder heeft geleden. Na de oorlog ging ze les geven en ange tijd hield ze de pijn voor zich, maar dat zou veranderen nadat ze gevraagd werd om een rol te vertolken in het rechtbankdrama 'Beschuldigde Sta Op'.
Ze speelde een vrouw die de vriend van haar dochter had proberen te vermoorden, omdat hij de zoon was van een Duitse kampdokter. Die opnamen grepen haar emotioneel enorm aan, maar ze kreeg er meteen wel mediabelangstelling door. Daarop besloot ze om in scholen voordrachten te gaan geven. Uiteindelijk werden dat er meer dan duizend.
Samen met Paul De Keulenaar schreef ze daarop haar eerste boek 'KZ A 5148'. Dat krijgt nu een vervolg en een uitbreiding met 'Mijn Leven als KZ A 5148'. Daarbij kreeg ze ook nu weer de hulp van De Keulenaar. Het is een boek dat - zoals de Antwerpse burgemeester Patrick Janssens aanvoerde tijdens de voorstelling - gelezen moet worden en dat men aan zijn kinderen moet laten lezen en dat men moet doorgeven om gelezen te worden.
Het was ook in hetzelfde stadhuis dat de nachtmerrie van Regine Beer begon. Op 15 juli 1940 werd ze er immers ook geregistreerd als Joodse. Nochtans was ze slechts half-joodse en moest ze zich eigenlijk helemaal niet laten registreren. Maar die registratie zorgde er wel voor dat ze als 23-jarige op 3 september 1943 als enige in het gezin tijdens een nachtelijke razzia door de Gestapo werd opgepakt en afgevoerd naar de Dossin-kazerne in Mechelen.
Op 19 mei 1944 vertrok ze daar met een treinkonvooi naar Auschwitz-Birkenau. Het was het voorlaatste konvooi dat door de Duitsers vanuit Mechelen naar het oosten zou worden gestuurd. In totaal werden 25.257 Belgische Joden naar het vernietigingskamp van Auschwitz gevoerd. Maar daar kregen er slechts 7.948 een interneringsnummer. De anderen werden bij aankomst onmiddellijk afgevoerd naar de gaskamers.
Op 18 januari 1945 werd het kamp ontruimd om te ontsnappen aan de oprukkende Russen. De gevangenen kwamen zo terecht naar het vrouwenkamp van Ravensbrück en vevolgens naar het kamp van Malchow. Daar werden op 1 mei 1945 de poorten geopend en na een mars van drie dagen en drie nachten bleken plotseling hun bewakers verdwenen.
Op zondag 20 mei 1945 was Regine Beer terug in Turnhout. Maar haar leven zou nooit meer hetzelfde zijn. In haar boek getuigt ze hoe ze sindsdien met dat verleden heeft geworsteld en er onder heeft geleden. Na de oorlog ging ze les geven en ange tijd hield ze de pijn voor zich, maar dat zou veranderen nadat ze gevraagd werd om een rol te vertolken in het rechtbankdrama 'Beschuldigde Sta Op'.
Ze speelde een vrouw die de vriend van haar dochter had proberen te vermoorden, omdat hij de zoon was van een Duitse kampdokter. Die opnamen grepen haar emotioneel enorm aan, maar ze kreeg er meteen wel mediabelangstelling door. Daarop besloot ze om in scholen voordrachten te gaan geven. Uiteindelijk werden dat er meer dan duizend.
Samen met Paul De Keulenaar schreef ze daarop haar eerste boek 'KZ A 5148'. Dat krijgt nu een vervolg en een uitbreiding met 'Mijn Leven als KZ A 5148'. Daarbij kreeg ze ook nu weer de hulp van De Keulenaar. Het is een boek dat - zoals de Antwerpse burgemeester Patrick Janssens aanvoerde tijdens de voorstelling - gelezen moet worden en dat men aan zijn kinderen moet laten lezen en dat men moet doorgeven om gelezen te worden.
0 Comments:
Post a Comment
Subscribe to Post Comments [Atom]
<< Home