Albert Watson in FotoMuseum Antwerpen

In het FotoMuseum Antwerpen loopt nog tot half mei een tentoonstelling met werk van de vermaarde Britse modefotograaf Albert Watson, wiens werk onder meer de covers van Vogue, Mademoiselle, GQ en Harper's Bazaar haalde. Watson maakte voordien echter ook al naam als portret- en reclamefotograaf en ontwerper van platenhoezen.

Opmerkelijk is dat Albert Watson (64) vanaf zijn geboorte blind is aan één oog, maar dat weerhield hem er niet van om fotografie te studeren als onderdeel van zijn studies aan het Duncan of Jordanstone College of Art and Design in Dundee en het Royal College Art of Londen. In 1970 verhuisde hij met zijn echtgenote naar Los Angeles, waar hij grotendeels uit liefhebberij begon te fotograferen.

Eén van zijn eerste opdrachten kreeg hij van het cosmeticabedrijf Max Factor. Zijn eigenzinnige stijl trok echter al vlug de aandacht van Amerikaanse en Europese modebladen, zoals Mademoiselle, GQ en Harper's Bazaar. In 1976 kreeg hij zijn eerste opdracht voor Vogue en verhuisde hij naar New York. Sindsdien nam zijn carrière een hoge vlucht.



Volgens het toonaangevende Photo District News is Albert Watson één van de twintig meest invloedrijke fotografen uit de geschiedenis. Hij is één van de meest succesvolle mode- en commerciele fotografen van de wereld en wordt verantwoordelijk genoemd voor talloze visuele trends van de voorbije vier decennia. In totaal prijkte zijn werk op meer dan 250 Vogue-covers, maar ook bij Rolling Stone en Time.

Daarnaast bouwde Watson echter ook een carrière uit als reclamefotograaf, onder meer in opdracht van Gap, Levi's en Chanel. Hij regisseerde ook meer dan zeshonderd televisiespots. Maar hij besteedde ook een groot gedeelte van zijn tijd aan persoonlijke projecten, zoals reisreportages over Marrakesh en de Orkney-eilanden.

Een selectie van het uitgebreide werk van Albert Watson kan op dit ogenblik bekeken worden in het Antwerpse FotoMuseum. In de museumshop kan ook het magazine 'Albert Watson - Frozen' verkregen worden voor de prijs van tien euro. Meer informatie is verkrijgbaar op de website www.fotomuseum.be.

Transmediale bekijkt invloed digitaal werk

Op het festival Transmediale in Berlijn wordt dit jaar aandacht besteed aan de invloed van de media en technologie op de evoluties binnen de maatschappij en de kunst. Transmediale.07 draagt daarbij als ondertitel ‘Unfinish!’, waarbij bekeken wordt hoe digitaal werk geen einde kent, maar een opeenvolging van versies is. Aan Transmediale.07 werken onder meer de Belgische kunstenaars Herman Asselberghs, Kurt d’Haeseleer, Vincent Meessen, Frank Theys en LAb(au) mee.



Transmediale viert zijn twintigste editie. “In de hedendaagse wereld zijn digitale media zoals video en elektronische netwerken zo breedverspreid dat een strikte definitie van mediakunst niet langer meer houdbaar is,” aldus de organisatoren. “De invloed van media en technologie worden meer en meer dominant in ons dagelijks leven. Daarom hebben we ook de ondertitel van het festival veranderd. Transmediale is niet langer een International Media Art Festival, maar wel een Festival for Art and Digital Culture. Daarmee beperken we ons niet meer tot de niche van de mediakunst, maar benadrukt het spanningsveld tussen cultuur en digitale technologie, die de voornaamste drijfkracht van het festival blijft.”

Tijdens het festival wordt volgens de organisatoren bovendien vooral benadrukt dat digitale kunst geen einde kent, maar artistieke processen onderzoekt die open staan voor verandering en een herziening van beslissingen. Transmediale.07 loopt van 31 januari tot 4 februari in de Akademie der Kunste in Berlijn en is één van de belangrijkste festivals voor kunst en digitale cultuur in Europa. Het evenement bestaat uit een competitie, een tentoonstelling, videoprogramma’s, conferenties, salongesprekken, workshops en een avondprogramma voor muziek en live audiovisuele performances.

Voor de competitie werden de werk ‘Proof of Life’ van de Vlaamse kunstenaar Herman Asselberghs, ‘Extended’ van Vincent Meessen en ‘Technocalips’ van Frank Theys geselecteerd. ‘Scripted Emotions’ van Kurt d’Haeseleer kreeg een eervolle vermelding. Het Brusselse collectief LAb(au) werd uitgenodigd om een twaalf dagen durende workshop te organiseren rond het creeren van digitale omgevingen voor beeld en geluid. Meer informatie over het evenement kan verkregen worden op de website www.transmediale.de. Daarnaast kan men ook informatie vinden op de websites http://lab-au.com/v1/newsletter/january2007_2/index.html en www.mediaruimte.be.

Reuters beschrijft 21ste eeuw

"Het leven in het jaar 1000 verschilde weinig van dat van een eeuw eerder. Het leven in 1900 leek in het jaar 2000 op een curieuze voorbije beschaving. Nu begint ook deze laatste mijlpaal in de mist van de geschiedenis te vervagen, zo snel zijn de veranderingen sinds het begin van het derde millennium gegaan." Met die paragraaf begint het Reuters-boek over de actualiteit van de eerste vijf jaar van deze eeuw en waarrond in het FotoMuseum Antwerpen tot half mei een tentoonstelling loopt.



"Geen enkele eeuw is van tevoren meer besproken en geanalyseerd dan de eenentwintigste," licht Reuters-medewerkerster Ayperi Ecer de tentoonstelling in het Antwerpse FotoMuseum toe. "Toch heeft bijna niemand voorzien welke dramatische gebeurtenissen en ontwikkelingen de beginjaren in petto hadden en wat die zullen betekenen voor het verder verloop van de eeuw."

Puttend uit zijn omvangrijke bronnen heeft het persbureau Reuters het fotoboek 'Wereldbeeld' uitgebracht. "Daarin worden negen grote thema's behandeld die samen een leidraad vormen voor de vragen die de mens zich stelt," aldus nog Ayperi Ecer. Aan de hand van een aantal artikels en het materiaal van ongeveer 600 Reuters-fotografen, brengt deze historische publicatie volgens haar de snelle en dramatische ontwikkelingen in beeld.



Rond het boek werd in het Antwerpse FotoMuseum een schitterende tentoonstelling uitgebouwd waarbij de bezoeker met een fotoselectie de eenentwintigste eeuw binnen geloodst wordt. "Bovendien wordt hier geillustreerd dat ook nieuwsfotografie een tweede leven heeft," voeren de organisatoren aan. De bezoeker wordt er geconfronteerd met schokkende, verrassende, maar soms ook grappige beelden over rampspoed en oorlog, religie, cultuur en andere maatschappelijke onderwerpen.

Meer informatie over de tentoonstelling kan verkregen worden op de website www.fotomuseum.be. In de museumshop is ook het boek 'Wereldbeeld' verkrijgbaar voor een prijs van 29,95 euro. Tegelijk met de Reuters-expositie werden in het FotoMuseum ook nog vijf andere nieuwe tentoonstellingen georganiseerd.

Louvre houdt uitverkoop

Er is grote beroering ontstaan in de Franse kunstwereld. Dat heeft het persbureau Associated Press gemeld. Velen zijn immers niet akkoord dat de Franse musea kunstwerken uitleent in ruil voor sponsoring. Om hun protest kracht bij te zetten, zijn ze met een online petitie gestart waarin gesteld wordt dat musea niet te koop zijn.

De actievoerders zeggen dat de Franse musea, met inbegrip van het Louvre, hun ziel verkopen door teveel werken uit te lenen aan buitenlandse musea en dat de Franse regering het rijke artistieke erfgoed van het land als een commercieel merk lijkt te beschouwen. Men vindt dat de musea met hun uitleenpolitiek veel verder gaan dan de traditionele internationale samenwerking.

Associated Press wijst erop dat het Louvre al begonnen is met het uitlenen van kunstwerken aan het High Museum of Art in Atlanta (Verenigde Staten) en onderhandelingen voert om in Abu Dhabi in de Verenigde Arabische Emiraten een mini-Louvre op te zetten. Het Pompidou Center zou in het Chinese Shanghai eveneens met een locale afdeling van start gaan.

Tegenstanders van deze politiek zeggen te vrezen dat dit beleid de Franse musea nadeel berokkent. Didier Rykner startte daarom de website 'La Tribune de l'Art', waarbij hij stelt dat de Franse regering de kunst gijzelt om de Franse economische en diplomatieke belangen te promoten. "Het is niet de rol van de Franse musea om het toerisme in Abu Dhabi te ontwikkelen," voert hij aan.

Rykner voegt er aan toe uitwisselingsprojecten en sponsoring te steunen en zegt geen schrik te hebben van globalisering, maar hij kan zich niet akkoord verklaren met de omvang van de nieuwe projecten en de hoge geldsommen die daarbij ingezet worden. Eerder hadden museumtopfiguren zoals Françoise Cachin, Jean Clair en Roland Recht in een open brief in de krant Le Monde al een gelijkaardig protest laten horen.

Daarbij stelden ze dat kunstschatten van onder meer Poussin en Raphael voor langere periodes naar het Amerikaanse Atlanta, de hoofdstad van drankengigant Coca-Cola, verhuisden in ruil voor een bedrag van 17 miljoen dollar. "Maar het ergste moet nog komen," schreven ze, verwijzend naar het Abu Dhabi-project. "Dat is een diplomatieke gift van Frankrijk aan de olierijke Verenigde Arabische Emiraten."

Volgens Le Monde zouden de Franse musea in ruil voor de samenwerking van de Verenigde Arabische Emiraten een bedrag krijgen van 653 miljoen dollar. Het museum in Abu Dhabi zou kunst krijgen uit diverse Franse musea, maar wel de naam van het beroemde museum krijgen tot het zijn eigen collectie zou hebben kunnen uitbouwen.

Louvre-directeur Henri Loyrette zag echter geen problemen in de samenwerking met Abu Dhabi. "Ook Cachin en Clair hebben destijds geld verzameld door belangrijke meesterwerken uit te lenen," voerde hij aan. "Het Louvre rekent ook geen huur aan voor de uitlening, maar aanvaardt wel bijdragen van private donoren die tentoonstellingen sponsoren."

Loyrette zei nog dat er uiteraard economische belangen in het spel zijn. "Geld uit dergelijke operaties is belangrijk," meende hij. "We kunnen dat niet verbergen. "Maar we mogen niet vergeten dat het Louvre was opgezet tijdens de Franse Revolutie en een universeel museum moest worden. De twee voorbije eeuwen heeft het altijd buitenlandse partnerships gehad."

Virtuele groep lanceert muziekalbum

Een wereldwijde groep kunstenaars en muzikanten heeft een muziekalbum uitgebracht zonder elkaar ooit ontmoet te hebben of onderling contact te hebben, op uitzondering van de initiatiefnemer. Die vond hen op het internet en vroeg hen langs die weg ook bepaalde opdrachten uit te voeren en door te sturen. Het muziekalbum werd dan ook via het internet gelanceerd.

Op de bekende zoekertjes-website Craigslist vond kunstenaar John Herman meer dan vijfentwintig muzikanten over de hele wereld om in het geheim samen te werken aan de groep 'The Man Who Was Thursday'. Zeven nummers werden eerder deze maand al gelanceerd op de website van de kunstenaar en op de iArt-kunsttentoonstelling in de Axiom-galerij in Jamaica. Nieuwe nummers zullen vanaf maart maandelijks op de website
verschijnen.

Volgens John Herman maakte juist de geheime natuur het project zo boeiend. "Niemand wist waarvoor de muziek gebruikt zou worden," vertelde Herman aan de Amerikaanse krant Portsmouth Herald. "Niemand wist wie de groepsleden waren. De meeste groepsleden zullen elkaar ook nooit ontmoeten, maar de muzikanten zijn voor eeuwig met elkaar verbonden door een album dat geboren werd uit hun eigen creativiteit
en een uniek communicatiekanaal, aangebracht door het internet."

De naam van de groep is ontleend aan het gelijknamig boek van G.K. Chesterton, die 'The Man Who Was Thursday' exact honderd jaar geleden schreef en waarbij de auteur vertelt over een geheime groep anarchisten die zichzelf naar de weekdagen noemen. Herman startte zijn project op 1 november, toen hij de muzikanten, gevonden op Craigslist, een bericht stuurde. Hij kreeg onder meer antwoord uit Londen, Parijs,
New York en Seattle.

Elke vraag was heel specifiek gericht, zoals een drumritme op maat van de hartslag van de muzikant, teksten die geinspireerd waren door dromen, emoties, fysieke sensaties, historisch onderzoek en tekeningen. Het geheel werd voorgesteld tijdens de
iArt-tentoonstelling in de Axiom-galerij in Jamaica. Daar stelden ook nieuwe mediakunstenaars zoals Lynne Adams, Sean Arden, Bebe Beard, Ravi Jain en Shawn Towne tentoon.

Verdere informatie over de projecten is terug te vinden op de websites www.johnherman.org/themanwhowasthursday.html en http://axiomart.org.