Platform21

Wednesday, May 30, 2007

Roken is onderdeel van cultuur

Roken is een onderdeel van de cultuur. Dat merkt de Antwerpse kunstenaar Luc Tuymans op naar aanleiding van zijn nieuwe tentoonstelling in het FotoMuseum Antwerpen. In de tentoonstellingsruimte heeft Tuymans dan ook een heuse rookruimte voorzien, waar de museumbezoeker dan ook even kan verpozen, een sigaretje kan opsteken en daardoor meteen ook de sfeer van het werkproces van de Antwerpse kunstenaar kan opsnuiven.




“Ik sta ’s ochtends op met een sigaret,” vertelde Luc Tuymans tijdens de voorstelling van zijn tentoonstelling in het FotoMuseum Antwerpen. “Ik rook als ik nadenk en ik rook als ik schilder. Roken is een onderdeel van cultuur, maar dat dreigt door de steeds striktere regelgeving verloren te gaan.” Om de bezoeker een inleidend zicht te geven op de leefwereld van de creatieve kunstenaar Tuymans, heeft hij dan ook een rookruimte laten installeren in het midden van de tentoonstellingsruimte.


“Net zo tijdelijk als muurschilderingen of als het verschijnen van beeld in een polaroid – twee van de vele artistieke uitingen van Luc Tuymans – is immers een sigaret,” aldus het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen (MuhKa), de organisator van de tentoonstelling. “Tegelijk maakt Tuymans zo duidelijk hoe roken een onderdeel is van zijn werk en bij hem hoort. Tevens is het een klein statement op een ogenblik dat de sigaret juist overal uit het openbare leven wordt gebannen.”

Saturday, May 26, 2007

Standup-comedy op cultuurdag provinciepersoneel

Het Antwerpse provinciebestuur organiseert al enkele jaren een sportdag voor het provinciepersoneel, maar daar komt voor het eerst nu ook een cultuurdag bij. Daarbij krijgen de deelnemers een breed programma aangeboden, met onder meer een literaire voorstelling van Stijn Vranken en standup-comedy met Raf Coppens, Nigel Williams en Bert Kruismans. Ook een aantal creatieve ambtenaren zullen het podium bestijgen.


Gedeputeerde Bart de Nijn, bevoegd voor personeel, zegt een grote voorstander te zijn van de cultuurdag. "Het personeel kiest nu om ofwel deel te nemen aan de sportdag ofwel aan de cultuurdag, waardoor de dienstverlening naar de burger op beide dagen gegarandeerd is,” voert hij aan. “Daarnaast is naast sport, cultuur ook een middel voor een gezonde geest. En samen lachen kan alleen maar de sfeer in onze diensten verhogen.”


In het nieuwe bestuursakkoord staat dat de deputatie zich zal inspannen om geschikte werkomstandigheden en een aangename werkplek te creëren voor de medewerkers van de provincie Antwerpen. De cultuurdag op 29 mei en de sportdag kaderen volgens Bart de Nijn zeker in dat beleid. “Het is immers belangrijk dat mensen zich goed voelen op het werk, daar worden zijzelf beter van én de dienstverlening.”


De cultuurdag vindt plaats op dinsdag 29 mei in en om de Arenbergschouwburg in Antwerpen. Naast de literaire voorstelling van Stijn Vranken en stand-up comedy met Raf Coppens, Bert Kruismans en Nigel Williams, staan er ook kortfilms, een jazzconcert, een goochel-comedyact met Dennis Goossens en een stadswandeling rond sagen en legenden van Antwerpen op het programma.

Sunday, May 13, 2007

Maskers geven gevangenen een gezicht

In het Antwerpse Vredescentrum loopt nog tot eind mei de tentoonstelling 'Geef Gevangenen een Gezicht' van de organisatie Within-Without-Walls. Het project wil mensen laten nadenken over wat het betekent gevangen te zijn. De tentoonstelling bestaat uit maskers die zowel door gevangenen als slachtoffers werden gemaakt. Die maskers worden verkocht ten voordele van gevangenisprojecten van Jan De Cock.




“Gevangenen en gewezen gevangenen, slachtoffers en hun familie blijven vaak gevangen zitten in vooroordelen en het verleden,” voerde initiatiefneemster Agnes Steenssens van Within-Without-Walls aan ter gelegenheid van de opening van de tentoonstelling. “De gemaakte maskers zijn dan ook eigenlijk niet echt een kunstwerk, maar als een manier om de dialoog te openen tussen ex-gevangenen, familie en slachtoffers.”


De maskers werden gemaakt door vrijwilligers van verschillende strafinrichtingen, slachtoffergroepen, kunstacademies en scholen. “Deze tentoonstelling is duidelijk geen eindpunt,” vertelt Jan De Cock. “Er was veel belangstelling voor het project en we kijken dan ook uit hoe we daar een vervolg aan kunnen breien.” In welke richting daarbij gedacht wordt, staat echter nog niet vast.


Aan de oorsprong van de tentoonstelling ligt Jan De Cock, auteur van het boek ‘Hotel Prison’. Toen hij na een vrijwillig verblijf in een Congolese gevangenis, bracht hij een gedurfd project mee. Hij wou geld verzamelen voor de bouw van een nieuwe, menswaardiger gevangenis voor gevangen in Beni in Noord-Kivu. Hij wou een gevangenis met stromend water, toiletten, ateliers en een vormingsprogramma voor de bewakers.


“Maar het was niet evident om een dergelijk project hier aan de man te brengen,” vertelt Jan De Cock. “Zeker niet in de gevangenissen, want ook hier zijn er nog noden en de gedetineerden zouden zich dan ook kunnen afvragen waarom zij zouden meewerken aan een project in een ver land.” Maar Jan De Cock slaagde er toch in om verscheidene gevangenen en ex-gedetineerden voor zijn project te winnen.


Meer informatie over de tentoonstelling kan gevonden worden op de website www.vredescentrum.be.

Connecticut toont hotelkunst

Op vrijdag 20 juli gaat in de Amerikaanse staat Connecticut het project 50.000beds van start. Initiatiefnemer Chris Doyle heeft daarbij aan 45 videokunstenaars gevraagd om opnames te maken in evenveel hotelkamers in de staat Connecticut. Het project vormt de eerste samenwerking tussen het Contemporary Art Museum in Ridgefield, het Artspace in New Haven en het Real Art Ways in Hartford, de drie belangrijkste centra voor hedendaagse kunst in Connecticut.




Chris Doyle vroeg aan 45 kunstenaars om korte video’s op te nemen in hotelkamers over de hele staat Connecticut. Centraal staat daarbij de hotelkamer als een site die vol staat met narratief potentieel. De video’s brengen zowel fictie als documentair materiaal of spelen in op de relatie tussen de hotelgasten en het personeel. De opnames gebeuren zowel bij grote hotelketens, familiehotels, motels en bed & breakfast.


De tentoonstelling loopt tegelijkertijd in het Art Museum, het Artspace en het Real Art Ways. De eerste opening heeft plaats op vrijdag 20 juli in het Artspace in New Haven. De twee dagen daarop volgen ook de openingen op de andere twee locaties. Speciaal voor de tentoonstelling werden nieuwe galerijen geopend met multischermen. Het werk van de betrokken kunstenaars is ook te bekijken op de website www.50000beds.net.

Antwerpen wil kunstcollectie Paul Janssen

Antwerpen heeft zich officieel kandidaat gesteld voor de overname van de collectie precolombiaanse kunst van wijlen Paul Janssen en zijn echtgenote Dora Arts. De collectie zou een permanent onderdak kunnen krijgen in het nieuwe Museum aan de Stroom (MAS) op het Antwerpse Eilandje. Volgens de Antwerpse cultuurschepen Philip Heylen hebben zowel de weduwe Janssen als minister van cultuur Bert Anciaux positief gereageerd op de Antwerpse vraag.


Het Museum aan de Stroom moet in 2010 zijn deuren openen. Voor de collectie precolombiaanse kunst van wijlen Paul Janssen zou een hele verdieping worden gereserveerd, zodat de verzameling intact zou kunnen blijven. Volgens Philip Heylen wordt de financiering van het project nog wel een bijzonder moeilijke klus. Het gaat immers over een bijzonder hoog bedrag.


Dora Janssen, de weduwe van farmapionier Paul Janssen, wil de successierechten voortkomend uit de nalatenschap van haar man betalen met kunst. Vanaf de jaren 1970 begon ze zeldzame precolombiaanse voorwerpen te verzamelen. De 320 beelden en objecten zijn representatief voor zowat alle culturen van het oude Amerika. In het kader van een tentoonstelling in Genève, werden ze onlangs opgenomen in een lijvig kunstboek.


In eerste instantie werd ervoor geopteerd om de collectie onder te brengen in het Jubelparkmuseum in Brussel, maar daarover kon geen overeenstemming worden bereikt. Veel heeft dit te maken met de diverse overheden die bij het project zijn betrokken. Vlaanderen ontvangt de successierechten en bepaalt de tarieven, terwijl de inning en de procedure een federale materie zijn.


Dora Janssen heeft er al mee gedreigd de collectie op een veiling aan te bieden of naar Parijs te verhuizen. Philip Heylen is van een oordeel dat de collectie in Vlaanderen moet blijven omdat ze past bij het gedachtengoed van Paul Janssen. De Antwerpse cultuurschepen stipt bovendien aan dat Antwerpen met het Etnografisch Museum, dat naar het MAS verhuist, over de nodige expertise kent.

Meer bezoekers voor Europese bioskopen

De Europese filmindustrie heeft het voorbije jaar een heropleving gekend. Dat blijkt uit cijfers van het Europees Audiovisueel Observatorium. Vooral dankzij Duitsland, Spanje en Italië werden het voorbije jaar opmerkelijk veel meer Europese films gedraaid dan het jaar voordien. Toch blijven de Amerikaanse blockbusters volgens de cijfers ook in Europa alomtegenwoordig.


Er werden vorig jaar 862 Europese films geproduceerd. Dat zijn 47 exemplaren meer dan het jaar voordien. Duitsland toonde zich daarbij met 174 nieuwe films erg productief. Bovendien bereikte de Spaanse filmindustrie het voorbije jaar met 150 nieuwe films zijn hoogste niveau in 25 jaar. Italië bracht het voorbije jaar ongeveer 117 films op de markt. De grootste blockbuster was echter het Amerikaanse ‘Pirates of the Carribean’ met 44,7 miljoen bioscoopbezoekers.


Volgens de onderzoekers gingen het voorbije jaar ook weer meer Europeanen naar de bioskoop. Er wordt daarbij gewag gemaakt van ongeveer 926 miljoen bezoekers. Dat betekent een stijging met 3,6 procent. België kende een stijging met 7,7 procent. Dat is ongeveer even goed als de buurlanden Frankrijk (7,6 procent), Duitsland (7,4 procent) en Luxemburg (7,2 procent). Met 9 procent scoort Nederland iets hoger.

Geen strikter rookbeleid in Hollywood

De Amerikaanse filmkeuring zegt dat bij roken in films een zogenoemde R-rating, waarbij kinderen onder de achttien jaar de film alleen onder begeleiding van een volwassene mogen zien, moet overwogen worden. De antirooklobby reageert ontgoocheld, want die had aangestuurd op een automatische R-rating en zou liefst dat het roken in films volledig wordt afgevoerd.


De Harvard School of Public Health deed onderzoek naar roken in films en adviseerde daarop om te stoppen te stoppen met het afbeelden van roken in films die toegankelijk zijn voor jongeren. Uit het onderzoek van de Harvard School zou immers gebleken zijn dat de drang tot roken bij kinderen tot drie keer groter is als ze een film zien waarin de hoofdrolspelers een sigaret opsteken.


Ook de Europese organisatie tegen roken (ENSP) stuurt aan op strengere regels voor de Europese filmindustrie. De ENSP wil onder meer dat de Europese Unie geen films subsidieert waarin wordt gerookt. “Begin jaren tachtig werd de sigaret van stripheld Lucky Luke vervangen door een grasspriet,” aldus een woordvoerder. “In 2004 werd een film gemaakt waarin hij ineens weer rookte. De film is gemaakt met Duits en Frans subsidiegeld.”


Volgens de ENSP wordt op televisie steeds minder gerookt. In films daarentegen zou er op dit ogenblik zelfs meer gerookt worden dan in de jaren vijftig. Van de best bezochte vijftig films zou volgens de Harvard School of Public Health 66 procent beelden van rokers bevatten.

Live Earth is te vrijblijvend

De concerten die de Amerikaanse milieugoeroe Al Gore op 7 juli wereldwijd houdt onder de naam Live Earth zijn volslagen zinloos. Dat zegt zanger Bob Geldof, organisator van de benefietconcerten Live Aid en Live 8. Geldof stelt dat iedereen zich immers allang bewust van het probleem van het broeikaseffect en Live Earth veel te vrijblijvend is en een einddoel mist.


Al Gore wil met de Live Earthconcerten aandacht vragen voor klimaatverandering. Op die dag treden 150 artiesten 24 uur lang op alle zeven continenten op. Geldof zegt dat een dergelijk evenement alleen maar zou kunnen georganiseerd worden als op het podium keiharde milieumaatregelen van de Amerikaanse presidentskandidaten, het Amerikaans Congres of grote bedrijven zouden aangekondigde kunnen worden. Maar die garanties zijn er niet.


Bob Geldof is ook niet gelukkig met de naamkeuze van het evenement. Geldof was de organisator van de benefietconcerten Live Aid en Live 8, waarmee hij geld verzamelde om de honger in Afrika te bestrijden en de druk op politieke wereldleiders probeerde op te voeren om meer tegen de armoede te doen. Volgens Geldof zorgt Live Earth voor verwarring en denken veel mensen dat ook dit een organisatie van Geldof is.

Vlaamse Opera viert eeuwfeest

Op 16 november wordt in Antwerpen de vernieuwde Vlaamse Opera feestelijk geopend. Dat gaat gepaard met een viering van de honderdste verjaardag van de opera. Die verjaardag valt alvast onder een goed gesternte, want de Vlaamse Opera moet zich geen zorgen maken over zijn schulden uit het verleden. Dat werd bekend gemaakt van de voorstelling van het nieuwe seizoen, dat in het teken staat van het eeuwfeest van het operahuis.


Rita Uyttendaele, voorzitter van de Vlaamse Opera, beklemtoonde daarbij dat de financiële problemen van de Vlaamse Opera achter de rug zijn. De nieuwe vereniging, die vanaf volgend jaar het beheer in handen zal nemen, moet geen schulden uit het verleden meer wegwerken. Vorig jaar moest nog 1,5 miljoen bespaard worden. Daardoor verloren achttien personeelsleden hun baan.


Het contract van intendant Marc Clémeur, dat midden volgend jaar afloopt, zal met zes maanden worden verlengd. Daardoor kan zijn opvolger, die door de nieuwe vereniging wordt aangesteld, vanaf januari het jaar daarop aan de slag gaan. Clémeur wees erop dat de Vlaamse Opera het voorbije jaar vijf procent meer publiek heeft getrokken, hoewel het operagebouw gesloten bleef wegens verbouwingswerken.


Inhoudelijk moet het programma het teruggelopen aantal producties compenseren met kwaliteit. Het vierdelige project 'Ring des Nibelungen' van Richard Wagner zal worden voltooid met 'Siegfried' en 'Götterdämmerung', in een regie van Ivo van Hove. De ‘Ring des Nibelungen’ wordt de laatste productie van muziekdirecteur Ivan Törzc. De Vlaamse Opera genoot het voorbije seizoen trouwens veel internationale bijval met ‘Die Walküre’.


Op het programma staat verder nog ‘La Strada’, compositieopdracht van de Vlaamse Opera aan de Vlaamse componist Luc Van Hove en de librettist Eric de Kuyper, in het kader van de Fellini-cyclus. Daarnaast wordt ‘Le Nozze di Figaro’ van Mozart in de versie van Guy Joosten hernomen. Ook de ‘Dialogues des Carmélites’ van componist Francis Poulenc wordt getoond.

Kuifje in Brussel en Rotterdam

Op 22 mei zou striptekenaar Hergé honderd jaar zijn geworden. In het kader daarvan krijgt de geestelijke vader van Kuifje tentoonstellingen in Brussel en Rotterdam. In Brussel krijgt Hergé een dubbeltoonstelling, terwijl Rotterdam uitpakt met de originele collectie Kuifje-albums en biografieën over de striptekenaar. In Rotterdam worden ook Kuifje-films getoond en gaat een Kuifje-musical in première.


In het Brusselse stadhuis wordt tot 3 juni een dubbeltentoonstelling georganiseerd. In '100 foto's voor een honderdjarige' wordt aan de hand van uitvergrote foto’s en een biografische tekst het leven van Hergé belicht, van bij zijn eerste levensjaren in Etterbeek. Er worden foto's tentoongesteld van zijn jaren bij de scouts, zijn eerste tekeningen, zijn ontmoetingen en zijn oeuvre. De tentoonstelling 'Hergé, van ingebeelde reis tot innerlijke reis' toont de passies en de behoeften die het werk van Hergé hebben beïnvloed.


In de Centrale Bibliotheek van Rotterdam krijgt de bezoeker de complete originele collectie Kuifje-albums te bezichtigen, ook de strips die normaal niet te leen zijn. Er zijn ook naslagwerken van het Stripdocumentatiecentrum en een gedeelte van de collectie van het Hergé Genootschap te bekijken, samen met enkele gebonden exemplaren van uitgeverije Casterman.


Op de geboortedag van Hergé gaat in het Luxor Theater in Rotterdam de Nederlandse versie van de musical ‘De Zonnetempel, op tekst van Seth Gaaikema en muziek van Dirk Brossé, in première. Jelle Cleymans vertolkt de hoofdrol. De musical is gebaseerd op elementen uit de albums ‘De 7 Kristallen Bollen’ en ‘De Zonnetempel’. Meer informatie over de musical is te verkijgen op de website www.musicalkuifje.com.

Met De Lijn naar Antwerpse musea

Voortaan kan de kunstliefhebber in Antwerpen met de Museumkaart van De Lijn gedurende 48 uur een bezoek brengen aan musea en monumentale kerken. De Museumkaart is een initiatief van de stad Antwerpen, De Lijn en het centrum voor kunstcommunicatie Prospekta. De kaart werd tijdens een tramrit door het Antwerpse centrum voorgesteld door Vlaams minister van mobilitbeit Kathleen Van Brempt en Antwerps cultuurschepen Philip Heylen.


De Museumkaart kost 20 euro en geeft gedurende 48 uur onbeperkt toegang tot de Antwerpse musea en kerken. Maar tegelijkertijd is de kaart ook een 48-urenpas voor de trams en bussen van De Lijn. Bij tijdelijke tentoonstellingen geeft de Museumkaart recht op kortingen. De kaart is te koop bij Toerisme Antwerpen en in de Lijnwinkels. Maar ze wordt ook aangeboden in de deelnemende musea en kerken.


Minister Kathleen Van Brempt wees er tijdens de voorstelling op dat De Lijn al zware inspanningen doet om optimaal in te spelen in het vrijetijdsgebeuren. Bus en trein worden steeds vaker gebruikt om te gaan winkelen, terwijl jongeren de nachtbussen nemen op uit te gaan. Met de Museumkaart mikt De Lijn nu op het cultuur- en toerismeverkeer. Volgens minister Van Brempt kan het openbaar vervoer op die manier het ideale alternatief in de stad worden.

Olympische Spelen ten koste van kunst

De Britse kunstwereld verzet zich steeds krachtiger tegen plannen van zijn regering om de komende jaren minder geld uit de staatsloterij toe te kennen aan kunstinstellingen. In plaats daarvan wil de Britse regering het geld investeren in de Olympische Spelen van Londen (2012). Vooral kleinere gezelschappen en organisaties vrezen de dupe te worden van de bezuinigingen.


De Arts Council krijgt de volgende vijf jaar met 112 miljoen pond minder uit de loterijopbrengst dan hij had verwacht. Het Heritage Lottery Fund moet het met 161 miljoen pond minder doen. Daardoor kunnen ze op hun beurt ook minder subsidies verstrekken. De Nationale Raad van Vrijwillige Organisaties heeft parlementsleden inmiddels opgeroepen de plannen van de regering te blokkeren.


Graham Sheffield, de voorzitter van de Royal Philharmonic Society, heeft het over een onsamenhangende benadering. Volgens hem prijst de Britse regering het ene ogenblik de kunstsector de hemel, om daaropvolgend honderden miljoenen ponden van de kunst in te pikken en over te hevelen naar de begroting voor de Olympische Spelen, die met een bijzonder groot gat zit.


Inmiddels is gebleken dat de organisatie van de Olympische Spelen in Londen bijna vier keer zoveel zal kosten als aanvankelijk was begroot. De Britse regering wil een bedrag van 675 miljoen pond uit de opbrengst van de loterij aanwenden voor de Spelen. Verantwoordelijk minister Tessa Jowell, wees de kritiek van de hand. Volgens haar is het evenement het grootste nationaal feest voor sport en kunst dat men sinds mensenheugenis heeft gezien.

Sunday, May 06, 2007

Vierde statie voor Antwerpse beeldverhalenroute


Antwerpen moet op vijf jaar tijd een echt stripparcours hebben. Dat heeft de Antwerpse cultuurschepen Philip Heylen gezegd naar aanleiding van de plechtige onthulling van de Kiekeboe-muur in de Paradijsstraat, midden in de studentenbuurt. Er wordt daarbij gewag gemaakt van een totaal van 26 stripmuren. Op dit ogenblik telt Antwerpen vier stripmuren, gewijd aan Jan Bosschaert, Willy Vandersteen, Jan van der Veken en Robert Merhottein.


Antwerpenaar Robert Merhottein (Merho), werd op het Antwerpse stadhuis ontvangen naar aanleiding van de viering van zijn dertigjarige carrière. Daarbij stipte cultuurschepen Philip Heylen aan dat Antwerpen duidelijk een stripregio is, met onder meer figuren als Willy Vandersteen, Jozef Van Hove (Pom), Jan Bosschaert en Jef Nijs. Deze laatste krijgt binnenkort trouwens een Jommekesmuur.




Merho-hoofdfiguur Marcel Kiekeboe is bovendien ook een echte Antwerpenaar. “Hij werd geboren als een houten pop voor het poppentheater in de Sint-Vincentiuswijk in Antwerpen,” benadrukte hij. Van de Kiekeboe-albums zijn op dit ogenblik al twintig miljoen exemplaren verkocht, waarmee Merho zijn oude werkgever Vandersteen (Suske & Wiske) van de troon heeft gestoten.


De Antwerpse beeldverhalenroute is een initiatief van Lin Torfs en Johan Bijttebier. Zij willen Vlaamse striptekenaars en cartoonisten bekendheid geven en tegelijkertijd de stad verfraaien. Het is de bedoeling dat de stripmuren uiteindelijk een route zullen vormen die mensen te voet kunnen afleggen. Volgens schepen Philip Heylen zal daarbij niet alleen het stadscentrum aan bod komen, maar zullen alle wijken bij het project betrokken worden.


Met Merho is de beeldverhalenroute aan de vierde muur toe. Eerder werden al muren onthuld van Jan Bosschaert in de Wolstraat, Willy Vandersteen in de Korte Ridderstraat en Jan van der Veken aan de Eiermarkt.

Extra partners voor Amperdans

Volgend jaar wordt in Antwerpen de derde editie van Amperdans georganiseerd. De twee vorige edities werden gedragen door de werkplaats WP Zimmer en het kunstencentrum Monty, maar voor de aflevering van volgend jaar kan ook beroep gedaan worden op vier extra partners. Daardoor zal het project in de toekomst ook twee weken duren in plaats van enkele dagen.


Naast de oorspronkelijke initiatiefnemers wordt Amperdans nu ook ondersteund door het internationaal kunstencentrum De Singel, het Ballet van Vlaanderen, het cultuurcentrum van Berchem en het nieuwe labo van Troubleyn (Jan Fabre). Het evenement zal een platform vormen waar elk van de partners binnen zijn eigen werking een aanbod samenstelt. De programmering wordt wel gegroepeerd binnen een afgelijnde periode.


Daarbij wordt er voorzien in een gemeenschappelijke communicatie, een colloquium en een nevenprogramma. Dat moet van Amperdans een coherent ogend geheel maken. Bovendien willen de organisatoren ook kansen bieden aan choreografen die anders moeilijker aan bod zouden komen. De Antwerpse cultuurschepen Philip Heylen zegt daarbij de dans in Antwerpen een stevige basis te willen bezorgen.

Hessenhuis is weer echt kunstencentrum

Tot eind juli loopt in het Hessenhuis in Antwerpen de tentoonstelling ‘Virus’ met street art, stickercultuur en urban exploring. Daarmee krijgt het complex aan de Falconrui een nieuwe toekomst, die gericht is op hedendaagse beeldende kunst. Het Hessenhuis werkt daarbij onder de vleugels van het Openluchtmuseum Middelheim en moet een belangrijk knooppunt worden in het Antwerpse netwerk van kunstpresentaties.


Het Hessenhuis, een pakhuis uit de zestiende eeuw, werd ter gelegenheid van Antwerpen 93 omgevormd tot een museale ruimte. Maar daarbij bleek al vlug dat de infrastructuur zich niet echt leende voor traditionele tentoonstellingen, waardoor exposities relatief sporadisch werden. Op de bovenverdieping werden administratieve stadsdiensten ondergebracht. Maar door de realisatie van het Museum aan de Stroom, krijgt het Hessenhuis opnieuw een andere bestemming.


Daarbij was het de bedoeling van het Antwerpse stadsbestuur om het Hessenhuis een duidelijk profiel mee te geven. Het wordt een centrum voor hedendaagse beeldende kunst, als een dependance van het Openluchtmuseum Middelheim. Het Hessenhuis wil daarmee volgens de Antwerpse schepen van cultuur Philip Heylen ruimte aanbieden aan jong talent dat in Antwerpen wil werken.


Er ontbrak volgens Philip Heylen in Antwerpen nog een plek voor het experiment, een ruimte voor try-outs waar kunstenaars het werkproces tonen. De schepen stelt daarbij dat het publiek in het Hessenhuis de opbouw, de groei en de afbraak van kunstwerken mee moet kunnen beleven. Philip Heylen voert daarbij aan dat het Hessenhuis een knooppunt moet worden in een presentatienetwerk, naast galerijen en diverse privé-initiatieven.

E-mail krijgt plek in museum

E-mails zijn het communicatie-instrument van vandaag en dus horen ze thuis in het archief. Dat stelt de British Library, die dan ook aangekondigd heeft dat ze miljoenen e-mails zal gaan opslaan. Daarmee wil de archiefinstelling een typisch hedendaagse communicatievorm, de elektronische post, bewaren voor toekomstige generaties. De verzamelde e-mails zullen door iedereen geconsulteerd kunnen worden.


De actie duurt de hele maand mei en richt zich tot alle Britten. Ze worden aangepord om memorabele of significante mails op te snorren over hun dagelijkse leven of hun interesses, en die door te sturen naar een speciaal daarvoor aangemaakt e-mailadres. “Nog nooit is geprobeerd om op deze schaal e-mails digitaal te archiveren,” aldus John Tuck, het hoofd van de Britse collecties van de bibliotheek.


“Het project Email Britain moet ons in staat stellen een enorm snapshot te maken van onze hedendaagse communicatie,” stipt Tuck nog aan. “Het zal the good, the bad, the ugly and the amusing zijn.” De mailtjes worden onderverdeeld in tien verschillende categorieën. Naast blunders en mails die het leven veranderden, gaat het daarbij om klachten, spam, liefde en romance, humor, alledaagse mails, nieuws, de directe omgeving en verhalen van elders.

Scroobius Pip nieuwe Britse muziekhype

In Groot-Brittannië heerst er weer een muzikale hype rond de single ‘Thou shalt always kill’ van het Londense duo Dan le Sac vs Scroobius Pip. Het nummer wordt grijsgedraaid op de radio. Met hun hoge notering in de Britse hitlijsten is opnieuw een underdog via internet tot favoriet gebombardeerd, met alleen een downloadbare mp3-versie. Pas sinds half april is de single beperkt in de winkel te koop.


“Op de elektrobeats van producer Dan le Sac brengt rapper Scroobius Pip een manifest voor een betere wereld en roept op niet blindelings elke door de commercie voorgeschreven hype te volgen maar zelf de richting te bepalen in het leven,” schrijft De Volkskrant. “Scroobius Pip ageert tegen de verafgoding van grote popbands als Arctic Monkeys. Het is ironisch dat juist een duo dat oproept tegen hypes en verafgoding, zich zelf nu in het midden van zo’n hype bevindt.”


Het nummer wordt volgens De Volkskrant ongeveer 5.000 keer per dag op MySpace geluisterd en hun video op YouTube is sinds half maart bijna 400.000 keer bekeken. Verder stonden ze hoog in de Britse Top 40 en zijn bij BBC Radio 1 onlangs tot single of the week gekozen. In juni staan ze op het Britse popfestival van Glastonbury. Een maand later spelen ze op London Calling Goes 5 Days Off in Amsterdam.

Israël dreigt met terugtrekking uit Eurovisiesongfestival

Israël denkt erover dit jaar toch niet mee te doen aan het Eurovisiesongfestival. De band Teapacks voelt zich immers zwaar tegengewerkt door de Finse organisatie. De groepsleden denken er daarom ernstig aan om zich terug te trekken met hun politiek getinte nummer ‘Push The Button’. Frontman en zanger Kobi Oz had het daarbij over een discriminatie. Israël zou zich moeten plaatsen via een halve finale.


“De regisseur en de crew negeerden al onze opmerkingen,” merkte Kobi Oz. “Ze hebben er alles aan gedaan het zo saai mogelijk te maken door slechts één camera te gebruiken en met een saaie achtergrond te werken. Discriminatie is het.” Nadien corrigeerde Oz zichzelf en voerde aan dat het hier discriminatie was over de muziek die Teapacks maakte, maar niet over het feit dat de groep uit Israël komt.


Over het nummer was vooraf nogal wat te doen omdat het zou zinspelen op de Iraanse president Ahmadinejad en de nucleaire aspiraties van Iran. De groep zou de resultaten van de eerste generale repetitie afwachten om een beslissing te nemen over zijn deelname. Israël staat in de halve finale van het songfestival, waar ze zich moeten proberen te plaatsen voor de finale.

Het leven en werk van Kiliaan

Cornelis Kiliaan, die dit jaar uitgebreid wordt herdacht, werd geboren in Duffel tussen 1528 en 1530. Hij is bekend onder vele namen. Officieel heet hij Cornelis Abts van Kiele, maar zelf ondertekende hij documenten met ‘Cornelis van Kiel(e)’ en ‘C. Kiel’. Naar de gewoonte van zijn tijd werd zijn naam ook dikwijls naar het Latijn omgezet. Dat werd Cornelius Kilianus, wat uiteindelijk vernederlandst werd tot Kiliaan.


In 1548 trok Kiliaan naar de Leuvense universiteit om er Latijn, Grieks, Hebreeuws en rechten te studeren. Na zijn studies kon hij aan de slag in de pas opgerichte drukkerij van Christophe Plantin, die zou uitgroeien tot één van de grootste drukkerijen van Europa. Hij begon onderaan de ladder, als letterzetter en drukker, maar werd in 1558 hij gepromoveerd tot meesterknecht. Plantin geloofde duidelijk in de kwaliteiten van Kiliaan, want in 1565 werd hij benoemd tot corrector of proeflezer, in die tijd een goedbetaalde functie voorbehouden voor wetenschappers.


Kiliaan deed echter meer dan het verbeteren van het werk van anderen. Zijn talenknobbel bezorgde hem een waaier aan opdrachten. Zo werkte Kiliaan mee aan de Polyglotbijbel. Deze achtdelige wetenschappelijke editie van de bijbel in de drie grondtalen (Hebreeuws, Aramees en Grieks), aangevuld met Syrische en Latijnse vertalingen, behoort tot de wonderen van de vroege boekdrukkunst.


Daarnaast vertaalde Kiliaan verschillende werken naar het Nederlands en was hij tevens een veelgevraagd dichter. Ook de overheid zag duidelijk brood in de talenten van de wetenschapper. Rond 1580 werkte hij voor de inlichtingendienst van de opstandige Nederlanden en vertaalde hij onder meer documenten die op de Spanjaarden waren buitgemaakt.


Op 50-jarige leeftijd trouwde Kiliaan met Marie Bosmans, die hem drie dochters (Catharina, Maria en Anna) schonk. Na amper acht jaar huwelijk, overleed de echtgenote van Kiliaan. Een jaar later stierf ook Christophe Plantin en werd de drukkerij overgenomen door zijn schoonzoon Jan Moretus. Het magnum opus van Kiliaan moest dan nog verschijnen. In 1599, wanneer Kiliaan ongeveer 70 jaar was, werd het Etymologicum teutonicae linguae uitgegeven.


Het literair werk was het eerste verklarende woordenboek van de Nederlandse taal. Het boek was het resultaat van bijna 40 jaar studie. Het werk kende grote bijval en bleef tot het einde van de achttiende eeuw het standaardwoordenboek. Zelf heeft Kiliaan niet meer kunnen genieten van het succes van dit werk. In 1604 nam hij ontslag bij de drukkerij wegens een aanslepende ziekte. Hij overleed op 15 april 1607 en kreeg een bescheiden begrafenis in de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Antwerpen.


“Het woordenboek van Van Dale knoopt aan bij een lange traditie, die voor het Nederlands teruggaat op het beroemde woordenboek van Cornelis Kiel of Kiliaan, Etymologicum teutonicae linguae,” schreef hoofdredacteur Cornelis Kruyskamp in 1976 in zijn inleiding van de Grote Van Dale. Daarmee onderstreepte hij het belang van het werk van Kiliaan voor de Nederlandse taal.


Met het Etymologicum realiseerde Kiliaan in 1599 het eerste verklarende woordenboek van het Nederlands. Het kende onmiddellijk grote bijval. Tot en met het einde van de achttiende eeuw gold het als het standaardwoordenboek en werd het verschillende keren herdrukt. Niet zonder reden wordt Kiliaan dan ook beschouwd als de grootste lexicograaf van de Lage Landen. Het was zijn werkgever Christophe Plantin die Kiliaan de opdracht gaf om woordenboeken voor het Nederlands samen te stellen.


Sinds de Renaissance streefden wetenschappers naar een volledige inventarisatie van de woordenschat, te beginnen met het Latijn. De Parijse uitgever Robert Estienne had in dat opzicht baanbrekend werk geleverd met zijn serie woordenboeken Latijn-Frans en Frans-Latijn. Plantin wilde dat Kiliaan voor het Nederlands hetzelfde deed als Estienne voor het Frans had gedaan.


De eerste werken van Kiliaan waren weinig origineel, hoewel ze van groot maatschappelijk nut bleken te zijn. In 1562 verscheen er een viertalig woordenboek, het Dictionnarium Tetraglotton, waarin Latijnse woorden in het Grieks, Frans en Nederlands werden vertaald. Kiliaan baseerde zich voor dit werk grotendeels op reeds bestaande woordenboeken. Het werk verscheen dan ook anoniem.


Kiliaan wilde echter verder gaan en woordenboeken samenstellen volgens zijn eigen inzichten. Met de goedkeuring van Plantin publiceerde hij in 1574 een Nederlands-Latijn woordenboek. Het Dictionnarium Teutonico-Latinum was met 12.000 ingangen nog tamelijk beknopt van opzet, maar betekende een grote methodologische vooruitgang doordat Kiliaan bij de Nederlandse ingangen verwante vormen van andere verwante talen opnam. Hij was hiermee de eerste in Europa die taalvergelijking in de praktijk bracht.


Veertien jaar later had Kiliaan een tweede editie van zijn woordenboek klaar, die bijna driemaal zo omvangrijk was als de eerste. Naast deze inhoudelijke uitbreiding paste hij hier opnieuw een aantal vernieuwingen toe. Hij gebruikte niet alleen andere woordenboeken als bron, maar putte ook uit andere niet-lexicografische werken. Ook nieuw is dat hij bij een aantal woorden aangeeft in welke streek ze gebruikt worden. Tenslotte vermeldt hij ook echte etymologieën.


Aan deze woordverklaringen hechtte Kiliaan zoveel belang, dat hij de derde editie van zijn woordenboek Etymologicum teutonicae linguae doopt. Hierin worden nog meer Nederlandse woorden beschreven (40.000 ingangen) en zijn de methodologische vernieuwingen uit de vorige versies verfijnd en aangevuld. Met het Etymologicum van 1599 realiseerde Kiliaan niet alleen het eerste moderne Nederlandse woordenboek, maar door zijn innovatieve aanpak was het werk een unicum in Europa. (DW)

Speelgoedmuseum viert eerste kwarteeuw

Het Speelgoedmuseum in Mechelen bestaat 25 jaar. Om dit jubileumjaar extra in de verf te zetten pakt het museum uit met 'Speelgoed van...', een tentoonstelling die het speelgoed van heel wat prominente Vlamingen onder de loep neemt. Aan de hand van verhalen, herinneringen en foto's uit hun kindertijd wordt speelgoed van onder meer Guy Verhofstadt, Martine Tanghe, Sergio, Kim Gevaert, Jean Blaute, Carry Goossens, Frank Deboosere en Toots Thielemans toegelicht.


De tentoonstelling bestaat uit twee delen die naast elkaar lopen en opgesplitst worden in thema's zoals politiek, journalistiek, sport, presentatoren, acteurs, muziek en kunst. De tentoonstelling wordt afgesloten met een overzicht van de speelgoedgeschiedenis van de laatste decennia dat in verband wordt gebracht met het speelgoed van onze prominente Vlamingen.


“Gedreven door een professionele groep medewerkers groeide het Speel-goedmuseum in 25 jaar uit tot een erkend museum dat speelgoed als volwaardige erfgoeddrager bestudeert, presenteert en bewaart,” benadrukt algemeen directeur Jef Heylen. “Speelgoed geplaatst in zijn maatschappelijke en economische context geeft voor iedereen, jong of oud, arm of rijk, een duidelijk herkenbaar beeld van onze samenleving.”


Die benadering als spiegel van de grote wereld, die de loutere objectpresentatie ver overstijgt, maakt volgens de directeur dat het Speelgoedmuseum Europees toonaangevend geworden is. “Het onderwerp van onze jubileumtentoonstelling werd zeer bewust gekozen om aan te tonen dat speelgoed universeel is ongeacht de afkomst of toekomst van een persoon,” voert Jef Heylen aan.


“De prominente Vlamingen, uit de wereld van politiek, sport, journalistiek, presentatoren, acteurs, muziek en kunst, die hun speelgoed voor deze toptentoonstelling in bruikleen hebben gegeven, komen uit verschillende generaties en hebben uiteenlopende achtergronden,” zegt de museumdirecteur. “Aan de hand van hun speelgoed kon dan ook een beeld worden geschetst van het speelgoederf-goed in Vlaanderen.”


De tentoonstelling loopt nog tot en met 2 september. Meer informatie kan verkregen werden op de website www.speelgoedmuseum.be. (DW)

Taalkundige Kiliaan wordt herdacht

Het is dit jaar exact vier eeuwen geleden dat de taalkundige Cornelis Kiliaan overleed. De provincie Antwerpen en de Universiteit Antwerpen willen de verjaardag van deze invloedrijke wetenschapper niet onopgemerkt voorbij laten gaan en Cornelis Kiliaan met verschillende activiteiten een passende herdenking geven. Het Kiliaanjaar start feestelijk op 19 en 20 mei met het Cultuurweekend in Duffel, de geboorteplaats van Kiliaan. Hoogtepunt van het Kiliaanjaar vormt de Kiliaan-tentoonstelling in de Koningin Fabiolazaal te Antwerpen.


Het Nederlands telt ongeveer één miljoen woorden en het Woordenboek der Nederlandsche taal is het grootste woordenboek van de wereld. Aan deze letterlijke woordenschat hebben vijf generaties wetenschappers samen meer dan honderd jaar gewerkt. Hierdoor staat het Nederlands sinds kort bekend als de best gedocumenteerde taal ter wereld. De wetenschappelijke studie van het Nederlandse woord gaat terug op een eeuwenlange traditie.


In 1599 verscheen in Antwerpen het Etymologicum Teutonicae Linguae, het eerste verklarende woordenboek van de Nederlandse taal. Het was de realisatie van één man, namelijk Cornelis Kiliaan. Deze eerste poging om alle Nederlandse woorden samen te brengen en te voorzien van een verklaring in het Latijn - de taal van de wetenschap in die tijd - was het resultaat van meer dan veertig jaar studie.


Kiliaan, die bij het verschijnen van zijn woordenboek al 70 jaar oud was, had hierbij ook aandacht voor de herkomst van woorden en de streektaal. Hij wordt dan ook terecht gezien als de grondlegger van de Nederlandse lexicografie. Ter gelegenheid van de vierhonderdste verjaardag van zijn overlijden, wordt deze wetenschapper dit jaar door de provincie Antwerpen uitgebreid gehuldigd.


Het Kiliaanjaar gaat feestelijk van start op 19 en 20 mei 2007 met een Cultuurweekend in Duffel. De Openbare Bibliotheek van Duffel is op 9 september 2007 ook de vertrekplaats van een rondreizende tentoonstelling die verschillende openbare bibliotheken zal aandoen. In deze multimediale en interactieve tentoonstelling zal de klemtoon niet enkel liggen op Cornelis Kiliaan, maar wordt vooral aandacht geschonken aan de geschiedenis van het Nederlands en het gebruik van de Nederlandse taal en woorden doorheen de eeuwen.


Op 9 november 2007 opent in de Koningin Fabiolazaal in Antwerpen een grote Kiliaantentoonstelling. Tot en met 6 januari 2007 kunnen de bezoekers hier uitgebreid kennismaken met het leven en werk van Kiliaan. De expositie ‘De Grote van Kiel’ belooft volgens de onderzoekers een veelzijdige overzichtstentoonstelling te worden. Met het leven en werk van Kiliaan als vertrekpunt, volgt een overzicht van de geschiedenis van het woordenboek in de Nederlanden, tot en met de hedendaagse vertaalinstrumenten.


Andere boeiende onderwerpen die aan bod komen, zijn de humanistische tijdsgeest waarin Kiliaan werkte, het taalonderwijs in de zestiende eeuw, leven en werken in de drukkerij van Christoffel Plantin, de literaire erfenis van Kiliaan en de receptie van zijn werk doorheen de eeuwen. Bovendien is er een bijhorende catalogus waarin de onderwerpen uit de tentoonstelling in verschillende bijdragen door gerenommeerde auteurs verder uitgediept zullen worden. (DW)