Platform21

Saturday, October 29, 2005

Bijloke wordt compleet kunstgebied

De historische Gentse Bijlokesite moet een cultuurhaven aan de oevers van de Leie worden. Dat zijn althans de plannen van het Gentse stadsbestuur. Centraal daarbij staat het nieuwe stadsmuseum STAM in de oude abdijgebouwen, dat in 2008 zijn deuren opent. Ook de vier concertzalen in het voormalige ziekenhuisgedeelte worden grondig gerenoveerd.

Ruim 700 jaar lang was de Bijloke een ziekenhuis. Maar daar kwam een kwarteeuw geleden een einde aan, toen de Hogeschool Gent besliste haar centrale administratie, de Academie en een deel van het Conservatorium onder te brengen in het voormalige Burgerlijk Hospitaal. Op initiatief van de stad Gent volgden andere culturele organisaties, zoals
Concertzaal de Bijloke, de steunpunten IBK (Initiatief Beeldende Kunst) en IAK (Initiatief Audiovisuele Kunst) en de Gentse Erfgoedcel.

Tegen 2008 moet daar nog het stadsmuseum STAM bijkomen, evenals repetitieruimtes voor het Muziek Lod en Les Ballets C de la B. De Hogeschool Gent plant een nieuwbouw waar de kunstrichtingen samengebracht worden. Ook Blue Note en het Festival van Vlaanderen krijgen ruimte die ze kunnen gebruiken voor hun festivals.

Friday, October 28, 2005

Vlaamse meestertekeningen in Groeningemuseum

In het Groeningemuseum-Arentshuis in Brugge loopt tot eind dit jaar de tentoonstelling 'Vlaamse meestertekeningen'. Zij toont een vijftigtal werken van Pieter Paul Rubens, Jacob Jordaens, Antoon Van Dyck en een aantal tijdgenoten.

Vooral interessant zijn twee studietekeningen naar 16de eeuwse prenten die Rubens maakte voor zijn vertrek voor een studiereis naar Italië. Daarnaast zijn er ook werken te zien die hij tekende naar sculpturen uit de klassieke oudheid of naar Italiaanse renaissancemeesters zoals Michelangelo.

Ook van Jordaens en van Van Dyck elk is er een tiental tekeningen te zien, waaronder een schets voor Van Dycks altaarstuk 'De Heilige Martinus' uit Zaventem en voor het schilderij 'Zoals de ouders zongen, piepen de jongen' van Jordaens. Ook de portrettekeningen zijn ruim vertegenwoordigd, waaronder een vermoedelijk portret van de zus van Rubens' echtgenote Helena Fourment.

De tekeningen zijn afkomstig uit het prentenkabinet van het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam en worden voor het eerst in België tentoongesteld.

Wednesday, October 19, 2005

Overheidssteun voor stripmuseum

Het Belgisch Centrum van het Beeldverhaal (BCB) in de Brusselse Zandstraat krijgt van de Nationale Loterij een uitzonderlijke subsidie van een miljoen euro. Bovendien moet het stripmuseum in de toekomst geen huur meer betalen en wordt de huurschuld aan de Regie der Gebouwen kwijtgescholden.

De ministerraad besloot een uitzonderlijke subsidie van een miljoen euro van de Nationale Loterij aan het BCB toe te kennen om een nieuwe impuls aan zijn activiteiten te geven. Ook werd beslist dat minister van Financiën Didier Reynders in overleg met de Regie der Gebouwen de nodige maatregelen zal treffen om de nog verschuldigde huur kwijt te schelden en het gebouw in de toekomst gratis ter beschikking te stellen.

Toen het BCB in 1989 zijn deuren opende, kreeg het de belofte geen huur te moeten betalen aan de Regie der Gebouwen. Maar na drie jaar was er terzake echter nog steeds geen politieke oplossing, zodat het stripmuseum een jaarlijkse huur van ongeveer 100.000 euro moest betalen.

De BCB kreeg dat bedrag nooit bijeen. Het stripmuseum is immers een privé-vzw, die vijftig procent van zijn inkomsten uit de ticketverkoop van de bezoekers haalt. De andere vijftig procent wordt gehaald uit de opbrengsten van de stripwinkel Slumberland, de Brasserie Horta, zalenverhuur en evenementen. Slechts vijf procent kwam in 2004 uit subsidies.

Het stripmuseum is al zestien jaar gehuisvest in het Waucquez-warenhuis, dat in 1906 ontworpen werd door architect Victor Horta en eigendom is van de Regie der Gebouwen. Zestien jaar lang zochten het BCB, de Regie der Gebouwen en de minister van Financiën naar een oplossing voor het probleem.

Tijdens het weekeinde van 31 maart en 1 april 2006 wordt de honderdste verjaardag gevierd van het oude warenhuis Waucquez. Naar aanleiding van het evenement organiseert het BCB van 13 december 2005 tot 23 april 2006 de tentoonstelling "Een weelderig warenhuis. Art nouveau bij de afdeling stripverhalen".

Jaarlijks bezoeken ongeveer 250.000 Belgen en buitenlanders het stripmuseum.

Thursday, October 13, 2005

Antwerpse maniëristen maakten kunst voor Europese markt

De meesters van de Antwerpse maniëristen uit de vijftiende eeuw zijn niet meteen de meest gekende en meest bewonderde telgen uit de Vlaamse kunstgeschiedenis. Toch zijn ze volgens experts belangrijker en boeiender dan velen veronderstellen. Rond het werk van die miskende generatie is in het Museum voor Schone Kunsten Antwerpen de tentoonstelling ‘ExtravagAnt’ opgebouwd.


Pseudo-Blesius 'Onthoofding'

“Kunst volgt rijkdom,” merkte professor Max Martens, lid van het wetenschappelijk comité dat de tentoonstelling uitbouwde. “Dat gold zeker in het Antwerpen van de zestiende eeuw. Er waren toen in de Scheldestad minstens 150 meester-schilders actief. Internationale kooplui voerden ook die kunst uit naar heel Europa. Daarmee stonden de Antwerpse maniëristen mee aan de wieg van de internationale kunsthandel.”

De kunstenaars hebben echter nooit de beroemdheid verworven die hun nazaten wel genieten. “Dat heeft zeker te maken met het feit dat hun namen in veel gevallen onbekend zijn gebleven,” stipte Max Martens aan. “De schilderijen zijn niet gesigneerd en het is meestal onmogelijk om de stukken te verbinden met de schildersnamen die we in de registers aantreffen.”


Max Martens en Peter van den Brink

Daarom bedienden kunsthistorici zich van noodnamen, zoals Pseudo-Blesius, de Meester van de Von Groote-Aanbidding, de Meester van Amiëns, de Meester van de Antwerpse Aanbidding en de Meester van 1518. Van een aantal meesters werd de naam inmiddels achterhaald, zoals Jan de Beer en Adriaan van Overbeke. De Meester van 1518 zou volgens een aantal historici zelfs Jan Mertens van Dornicke zijn, de schoonvader van Pieter Coecke van Aelst en dus een voorvader van Breughel.

De Antwerpse maniëristen waren bijzonder productief, volgens kenners slechts geëvenaard door de Brabantse retabelindustrie. “Men kopieerde originele composities in tal van varianten en men recycleerde motieven,” benadrukte Max Martens. “Onderwerp en stijl werden gekozen in functie van de verkoopbaarheid.”

De tentoonstelling loopt in samenwerking met het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Eén van de drijvende krachten achter de collectie in het Antwerpse museum is trouwens Peter van den Brink, gewezen directeur van het Bonnefantenmuseum en nu in diezelfde functie aan de slag in het Suermond-Ludwig Museum in het Duitse Aken.

Eén van de geliefkoosde thema’s van de maniëristen was volgens Peter van den Brink de Aanbidding der Wijzen. “Die kwamen, net zoals de kooplui, uit drie verschillende windstreken,” voerde Max Martens aan. “Bovendien was het een gedroomd onderwerp om rijkdom, extravagante mode en fantastische architectuur weer te geven. De stijl van deze maniëristen is extravagant. Virtuositeit woog zwaarder dan monumentaliteit en dus werden hoofd- en bijzaken niet gescheiden.”

De samenstellers van de tentoonstelling benadrukken dan ook dat talentrijke meesters zoals Jan Gosaaert, Quienten Metsys en Pieter Coecke van Aelst in hun vroegste werken ook niet ongevoelig bleken voor de gemanieerde extravagantie. De tentoonstelling opent dan ook met werken van enkele tijdgenoten van de Antwerpse maniëristen.

Tot de topstukken van de collectie horen volgens Peter van den Brink ongetwijfeld het ‘Triptiek met de Aanbidding door de Koningen’ van Jan de Beer, dat net zoals een aantal andere werken speciaal voor deze tentoonstelling werd gerestaureerd, ‘Heilige Familie en muziekmakende Engelen’ (Pseudo-Gossaert) en een triptiek van de Meester van de Antwerpse Aanbidding.

Peter van den Brink wijst ook op het werk van de ‘Meester van de Johannesmartelingen’. Eén paneel behoort toe aan een Italiaanse privé-collectie, het andere aan het Louvre. “Het is wellicht voor het eerst in verscheidene eeuwen dat de twee panelen weer zijn samengebracht,” benadrukt hij.

De tentoonstelling ‘ExtravagAnt’ loopt tot 31 december. Daarna verhuist ze naar het Bonnefantenmuseum in Maastricht. Meer informatie is verkrijgbaar op de website www.museum.antwerpen.be/kmska. Bij de tentoonstelling hoort ook een publicatie die bestaat uit een bundel essays en een geïllustreerd catalogusgedeelte en kan volgens de samenstellers beschouwd worden als een standaardwerk over het onderwerp.

Wednesday, October 12, 2005

Honderdduizend voor Jan Hoet

Honderdduizend kunstliefhebbers hebben totnogtoe het nieuwe kunstmuseum MARTa in de Duitse stad Herford bezocht. Het museum, ondergebracht in een spectaculaire behuizing van de Amerikaanse architect Frank O. Gehry, ging begin mei open.

De bezoekers kwamen echter in geen geval enkel om het postmoderne gebouw te zien, zo zei een woordvoerder van het MARTa woensdag. Ook de interesse voor de tentoonstellingen is groot. Het museum wordt geleid door Jan Hoet, de gewezen artistiek directeur van het Gentse SMAK.

Informatie over het museum en zijn collectie zijn terug te vinden op www.marta-herford.de.

Fototentoonstelling in Antwerpse galerijen

Zaterdag opent in een aantal Antwerpse galerijen, musea en andere locaties de tentoonstelling ‘Foto Antwerpen 2005′. Op een veertigtal Antwerpse locaties wordt daarbij ruim aandacht besteed aan de wereld van de fotografie.


Foto: Gert Jochems, Siberië

De tentoonstelling is een initiatief van het FotoMuseum Antwerpen, dat als catalysator optreedt, maar zelf niet als locatie in het expositieparcours is opgenomen. “Wij willen meer zijn dan een museum,” benadrukte FMA-conservator Christoph Ruys. “Wij willen ook de hand reiken naar de sector van de fotografie en die van de kunst.”

Projectmanager Isabelle Pateer wees erop dat ‘Foto Antwerpen 2005′ geen thematentoonstelling is. “De deelnemers werden vrij gelaten in de benadering van het onderwerp,” voerde ze aan. “Iedere deelnemer toont werk vanuit een eigen profiel. Op die manier zal er een grote diversiteit terug te vinden zijn.” Het FotoMuseum organiseert wel diverse workshops, lezingen en debatten rond fotografie.


Christoph Ruys en Isabelle Pateer

Naast een aantal Antwerpse topgalerijen, nemen ook diverse musea en andere instellingen deel aan ‘Foto Antwerpen 2005′. Meer informatie kan bekomen worden op de website www.fotomuseum.be. De tentoonstelling loopt tot 26 november.

Galerijen werken aan Antwerpse kunstshow

De Antwerpse kunstgalerijen willen in de toekomst een kunstshow brengen. Daarop zou aan de bezoeker een staalkaart getoond worden van de kunst die de Antwerpse topgalerijen te bieden hebben. Gehoopt wordt om eind volgend jaar of begin 2007 met een eerste editie te kunnen uitpakken.


“Wij hebben een andere opdracht dan de kunstmusea,” licht François Verlinden, eigenaar van de galerij Koraalberg in de galerijbuurt op het Antwerpse Zuid, het initiatief toe. “Maar met een eigen kunstshow kunnen we de bezoeker een overzicht bieden aan de kwaliteit die de Antwerpse topgalerijen te bieden hebben.”

De Antwerpse topgalerijen hebben al een samenwerking rond gezamenlijke nocturnes, maar hebben nu ook het plan opgevat om met een eigen kunstshow uit te pakken. “Er gebeurt op het vlak van kunst en cultuur heel wat in de stad,” merkt François Verlinden op. “Het is bijvoorbeeld schitterend hoe conservator Christoph Ruys van het Antwerpse FotoMuseum een levend museum gemaakt heeft. Met die kunstshow willen wij daar nog iets aan toevoegen en daarmee de culturele uitstraling van Antwerpen nog iets extra bieden.”

François Verlinden hoopt op dat vlak ook tot een samenwerking te kunnen komen met het Antwerpse stadsbestuur. “Een gelijkaardig initiatief in Londen heeft bewezen dat een kunstshow van galerijen op promotioneel gebied voor een stad veel kan betekenen,” stipt hij aan. De galerijen hebben daarvoor vorige maand een vereniging - Antwerp Galeries - opgericht. Die moet niet alleen voor de promotie van het Antwerpse galerijcircuit zorgen, maar ook de kwaliteitsbewaking op zich nemen.

François Verlinden wijst erop dat Antwerpen onder meer op het gebied van mode, fotografie en kunst wereldfaam geniet. “Dat kunnen we ook bereiken met de kunstgalerijen,” voert hij aan. “De kwaliteit die er geboden wordt, is immers van absolute topkwaliteit. Bovendien kan dit voor de stad een extra troef zijn om zich op de wereldkaart duidelijk te profileren.

Met de stad zou er volgens de galerijhouder kunnen gezocht worden naar een geschikte locatie voor de organisatie van de kunstshow. Gehoopt wordt om eind volgend jaar of begin 2007 uit te kunnen pakken met een eerste editie. “Het mag immers geen eenmalig gebeuren blijven, maar zou op geregelde tijdstippen kunnen georganiseerd worden,” zegt hij.

Monday, October 10, 2005

Clouseau opnieuw in Sportpaleis

Voor de zesde keer brengt Clouseau op het einde van het jaar in het Antwerpse Sportpaleis weer een reeks concerten. Oorspronkelijk waren er negen concerten voorzien, maar omwille van de grote belangstelling voegde producent PSE Belgium daar al een tiende optreden aan toe. Dat is echter het absolute maximum, want op 30 december moet Koen Wauters aan de start verschijnen van de rally Parijs-Dakar.

De nieuwe concertreeks kreeg de naam 'Clouseau, in 't lang' en zal per avond 17.500 bezoekers kunnen verwelkomen. Het programma omvat de grote hits en bekende nummers van de groep, maar Koen Wauters benadrukte dat er ook nieuw materiaal aan het publiek zal voorgesteld worden. Het publiek wordt er bovendien vergast op enkele hightech-toepassingen, waarbij de muziek via satelliet naar de geluidsinstallatie zal worden gestuurd.

De organisatoren benadrukten dat het wellicht drummen wordt voor een plaatsje, want een groot gedeelte van de kaarten is nu al aan de man gebracht. De concertreeks begint op 2 december. Vorig seizoen concerteerde Clouseau in totaal achttien keer in het Antwerpse Sportpaleis. Daarmee bereikten ze toen 251.000 toeschouwers, maar toen had de zaal een kleinere capaciteit. Toen laste de groep ook in januari nog enkele concerten in, maar dat is wegens de autosport-activiteiten van Koen Wauters dit jaar absoluut onmogelijk.

Verdere informatie over de Clouseau-concerten in Antwerpen kan bekomen worden op www.sportpaleis.be.

Friday, October 07, 2005

Tachtig miljoen voor Gauguin en Van Gogh

De Amerikaanse miljonair en kunstverzamelaar Steven A. Cohen heeft ongeveer 82 miljoen euro opgehoest voor twee schilderijen, een van Paul Gauguin en een van Vincent van Gogh. Dat heeft de New York Times vrijdag gemeld. Een officiële bevestiging van de transactie is er evenwel nog niet.

Het gaat om Gauguins werk 'Baders' uit 1902 en van Goghs 'Boerin met strohoed' uit 1890. De vorige bezitter was Stephen A. Wynn, eigenaar van het Bellagio, één van de bekende casino's van Las Vegas. Cohen heeft volgens de NYT de voorbije jaren ongeveer 400 miljoen dollar uitgegeven aan kunstwerken.

Hij betaalde onder meer 52 miljoen dollar voor een dripping-werk van Jackson Pollock, 25 miljoen dollar voor het werk 'Superman' van Andy Warhol en 16,5 miljoen dollar voor een vroeg schilderij van Francis Bacon. Een kunstwerk van hedendaags kunstenaar Damien Hirst -'The Physical Impossibility of Death in the Mind of Someone Living' (een echte tijgerhaai in een met formol gevuld bassin)- kostte hem 8 miljoen dollar.

Wednesday, October 05, 2005

Sabena blijft een waardevol merk


Sabena blijft een waardevol merk. Het bedrijf blijft niet alleen verder leven in nieuwe commerciële entiteiten, maar ook in het erfgoed dat de luchtvaartmaatschappij op bijna tachtig jaar activiteit heeft opgebouwd. Dat blijkt ook duidelijk uit de tentoonstelling 'Sabena - Air Nostalgie' die nog tot 8 januari loopt in het Antwerpse Fotomuseum.

"Tijdens zijn geschiedenis heeft Sabena een indrukwekkende collectie beeldmateriaal opgebouwd," benadrukte curator Christian Van Buggenhout, die het faillissement van de maatschappij heeft begeleid, tijdens de voorstelling van de tentoonstelling. "Dat waardevol erfgoed was bij het grote publiek echter onbekend. Commerciële waarde heeft dat niet, maar wij hebben geprobeerd het op een andere manier te gelde te maken."

In eerste instantie kwam er het boek 'Air Nostalgie', maar nadien werden ook fototentoonstellingen georganiseerd bij de verkoop van Sabena-memorabilia. "Nu krijgen we de kans om in het Antwerpse Fotomuseum het grote publiek met dit erfgoed kennis te laten maken," merkte de curator op. "Het vormt een aangrijpende getuigenis van de soms turbulente geschiedenis van de Belgische luchtvaartmaatschappij."

Christian Van Buggenhout had het daarbij over een uiterst waardevol archief, dat eigenlijk aan de Belgische samenleving toebehoort. "Het Fotomuseum zet een eerste stap naar het openstellen van dit uniek beeldmateriaal, zodat de herinnering aan Sabena aan de volgende generaties kan doorgegeven worden," meende hij. "Sabena maakte trouwens een erezaak van fotografie. De maatschappij had zelfs jarenlang eigen fotografen in dienst."

Maar Sabena wist ook heel snel dat goede reclame de luchtvaart in het algemeen en het welvaren van de eigen maatschappij ten goede zou komen. "Uit het volledige gamma van publicitair drukwerk presenteren we een losse greep van affiches en brochures waarin men duidelijk de diverse stijlen van bijna een eeuw reclame-opvattingen terugvindt," voerden de organisatoren aan.

Zo bemerkt men dat in het begin vooral de toestellen in de kijker werden geplaatst, maar in de jaren veertig evolueerde de aandacht stilaan van gezellig en familiaal naar exotiek en verre bestemmingen, om uiteindelijk terecht te komen bij het grafisch strak en zakelijk design van de jaren tachtig. Aanvankelijk werd alles getekend en geschilderd, maar vanaf de jaren zeventig nam de fotografie langzaam maar zeker de pure illustratie over.

Saturday, October 01, 2005

Expo honderd jaar Kunst van Heden

In het Museum Eugeen Van Mieghem aan de Beatrijslaan op de Antwerpse Linkeroever loopt tot 30 oktober een overzichtstentoonstelling naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de Antwerpse kunstvereniging 'Kunst van Heden'. Daarbij wordt aandacht besteed aan het werk van tijdgenoten van de Antwerpse schilder Eugeen Van Mieghem.



'Kunst van Heden' werd opgericht op 1 maart 1905 door figuren als de Antwerpse zakenlui Louis, François en Charles Franck, Pol de Mont en Emmanuel de Bom. Voor de financiering werd steun gezocht bij de Antwerpse industriëlen, zoals de families Bracht en von der Becke. Deze laatste richtte in 1872 trouwens mee de rederij Red Star Line op.

Het ledenbestand omvatte figuren als Constantin Meunier, Georges Minne, Jakob Smits en James Ensor. Er werden tentoonstellingen georganiseerd met werken van onder meer Auguste Rodin, Constant Permeke, Gustave en Leon De Smet, Gustave Van de Woestijne, Rik Wouters en Eugeen Van Mieghem.



Tijdens de tweede wereldoorlog overleden verscheidene stichters, terwijl andere naar het buitenland verhuisden. Dat betekende de aftakeling van de vereniging, die het met een laatste tentoonstelling in 1959 definitief voor bekeken hield.

In het Van Mieghem Museum wordt een overzicht getoond van de kunstenaars die tijdens het meer dan vijftigjarig bestaan van de vereniging bij de KVH-activiteiten aan bod kwamen. De collectie omvat honderd meesterwerken van onder meer Ensor, Permeke, Smits, Spilliaert, Van Mieghem en Wouters. De werken werden in bruikleen gegeven door het Museum voor Schone Kunsten van Oostende, het Jakob Smits Museum en diverse privé-verzamelaars.


Ter gelegenheid van de openstelling van de tentoonstelling schonk de Eugeen Van Mieghem Stichting een bronzen beeld 'De Landverhuizer' van beeldhouwster Carla Kamphuis-Meijer aan de stad Antwerpen. Het kunstwerk toont een man die gepakt en gezakt klaar staat om met de boot van de Red Star Line naar New York te vertrekken.

Het beeldhouwwerk is gemaakt naar een krijttekening van Eugeen Van Mieghem uit 1904. Het eerste exemplaar van het beeld wordt bewaard in het Eugeen Van Mieghem Museum, terwijl een tweede zich bevindt in de collectie van het South Street Seaport Museum in New York. In totaal zijn er honderd exemplaren vervaardigd. Er wordt in het museum ook een kleinere versie aangeboden in kristalglas.

De tentoonstelling 'Kunst van Heden 100 jaar later' kan bezocht worden op vrijdag, zaterdag en zondag, telkens van 14 tot 18 uur. De toegangsprijs bedraag 5 euro. Meer informatie kan bekomen worden op de website www.vanmieghemmuseum.com.

Gedenkplaat voor François Franck

Zaterdagvoormiddag werd aan de Everdijstraat in Antwerpen, in de schaduw van de politietoren aan de Oudaan, door de Eugeen Van Mieghemstichting een gedenkplaat onthuld ter ere van de zakenman en kunstmecenas François Franck. Dat gebeurde in aanwezigheid van Eric Franck, de kleinzoon van de Antwerpse ondernemer. Het gedenkteken is meteen het einde van de François Franck-wandeling, die de bezoeker langs diverse cultuurikonen van Antwerpen leidt.



François Franck werd geboren in 1872 als zoon van een Antwerps decorateur. Na zijn studies aan de Koninklijke Academie van Antwerpen en stages bij Parijse decorateurs en meubelmakers, opende hij op het einde van de negentiende eeuw aan de Everdijstraat-Korte Gasthuisstraat de 'Ameublements Franck' op.

De zakenman toonde echter ook een grote interesse voor de beeldende kunsten en wierp zich al snel op tot verdediger van kunstenaars als Jakob Smits en James Ensor. Tevens stond hij aan de wieg van kunstkringen als 'De Kapel' en de bijzonder invloedrijke 'Kunst van Heden'. In de jaren twintig startte deze vereniging met schenkingen aan het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten.


Ook uit zijn eigen collectie - die onder meer de inmiddels wereldberoemde 'Intrede van Christus in Brussel' van James Ensor omvatte - schonk hij talloze werken aan het Antwerpse museum. Op 23 maart 1932 kwam de mecenas tijdens een vakantie in Oostende bij een ongeval om het leven. Drie dagen later werd hij in Antwerpen onder grote publieke belangstelling ten grave gedragen.

De woning van François Franck aan de Everdijstraat 43 is het einde van een culturele stadswandeling die vertrekt aan het Museum voor Schone Kunsten. De tocht leidt onder meer langs de Bouwmeesterstraat met de synagoge van architect Joseph Hertogs, de Solvijnstraat met de woning van kunstverzamelaar en Franck-secretaris Ernest Van den Bosch en de Amerikalei met de woningen van bankier en kunstmecenas Armilde Lheureux en advocaat en KVH-voorzitter Georges Serigiers.

De deelnemers worden verder geleid langs de Anselmostraat, waar zich de woning bevindt van Charles Bernard. Hij was dichter, kunstcriticus en journalist. Vervolgens gaat het naar de Britselei en de woonplaats van architect Jozef De Lange, ontwerper van het KVH-paviljoen op de Wereldtentoonstelling van 1930 in Antwerpen. Aan de Britselei woonde ook advocaat René Victor, kunstverzamelaar en een intieme vriend van François Franck. Wat verder was daar ook de kunsthandel 'Zazzarini' van Jef Van Overloop was gevestigd.


Het parcours loopt verder langs de Begijnenvest en het atelier van Maurits Nijkerk en de Louizastraat met de woning van kunstverzamelaar Albin Lambotte. Daarna leidt het parcours naar de Schermerstraat, waar zich de woning van advocaat en minister Louis Franck, broer van François, bevond. Ook het atelier van Roger Avermaete aan de Lange Gasthuisstraat werd in de wandeling opgenomen, net zoals de woningen van Henriëtte Mayer Van den Bergh en Carlito Grisar. Daarna volgt de woning van kunstverzamelaar Jozef Beuckeleers aan de Leopoldstraat.

Geëindigd wordt met een blik op het gebouw van de 'Ameublements Franck' aan de Korte Gasthuisstraat en de woning van François Franck aan de Everdijstraat 43. Daar verzamelden leden en sympathisanten van de Eugeen van Mieghem Stichting zich zaterdagvoormiddag voor een gedenkplaat ter ere van François Franck.

In het pand is vandaag een advocatenpraktijk gevestig. Het interieur omvat echter onder meer het schilderij 'Personages', een werk van Eugeen Van Mieghem dat tot de persoonlijke collectie van de bewoner behoorde. Tijdens de kleine plechtigheid, in aanwezigheid van kleinzoon Eric Franck, woonachtig in Engeland, deed Erwin Joos, conservator van het Eugeen Van Mieghem Museum, een oproep aan het Antwerpse stadsbestuur om de kunstmecenas ook te gedenken met een straatnaam.

Bij de wandeling is ook een geïllustreerde brochure beschikbaar.