Platform21

Sunday, April 29, 2007

Anina schetst het dagelijkse leven

Op vrijdag 4 mei om 20 uur wordt in het Internationaal Perscentrum Vlaanderen aan de Grote Markt in Antwerpen de virtuele tentoonstelling 'Life Cycle' van de kunstenaars Laure-Anne Jacobs (beeld) en Missfit (sound design). 'Life Cycle' is de vierde editie van de virtuele tentoonstellingsreeks van het online kunstproject Anina.be. De nieuwe tentoonstelling stelt de levensloop van de mens voor in beeld en geluid.




De virtuele tentoonstelling 'Life Cycle' bestaat uit twee delen. "In het eerste hoofdstuk 'In The City' wordt het leven in de stad aan de hand van digitaal bewerkte beelden geconfronteerd met recente wereld-
gebeurtenissen," stipt Laure-Anne Jacobs aan. "Het tweede hoofdstuk bestaat uit 'Flash Greetings' met tien menselijke portretten van jong tot oud. De geportretteerden kunnen daarbij bovendien hun eigen beeld verder op het internet verspreiden onder hun online
communities."


'Flash Greetings' heeft een duidelijke interactieve ondertoon, waarbij de internetgebruiker aangespoord wordt om bijvoorbeeld beelden uit een bewegend rooster te vissen, zelf met een foto beginnen te puzzelen en de virtuele installatie volgens een eigen parcours te verkennen. Daardoor wordt de tentoonstelling voor elke bezoeker een persoonlijke ervaring en is elk bezoek ook weer anders.


Het is de eerste keer dat Laure-Anne Jacobs, initiatiefneemster van Anina, zelf aan het project deelneemt met een eigen tentoonstelling. Met Anina wil Laure-Anne Jacobs zowel met andere kunstenaars als met het publiek in interactie treden. Anina wil ernaar streven om online kunstenaars elk vanuit hun eigen discipline met elkaar samen te werken.


In dat kader zocht zij dit keer naar een samenwerking met de geluidskunstenaar Missfit (pseudoniem van Aernoudt Jacobs voor sound design werk), die de beelden van 'Life Cycle' heeft voorzien van klank. Missfit werkt met klanken uit de wereld. De oorsprong van al de klanken in dit werk zijn omgevingsgeluiden uit de dagelijkse wereld. Ze zijn weliswaar verwerkt naar een interactief geheel. Het werk van Missfit is onder meer terug te vinden op de website www.tmrx.org.


Anina is bewust gestart als 'Antwerp Internet Art', waarbij de initiatiefneemster aan geïnteresseerde kunstenaars een virtuele
galerij wou aanbieden. Maar net zoals fysieke galerijen, heeft Anina niet de bedoeling om zich uitsluitend toe te leggen op lokaal werk en bestaande trends. De tentoonstelling wordt ingeleid door Koen Betsens van het concept bureau OneDotOnly. Hij zal daarbij enkele recente trends op het gebied van interactief gebruik van het internetmedium en digitale technologie toelichten.

Kaleidoscoop presenteert 'Liedjes vol Ellende'

Op vrijdag 4 mei wordt in het kunstencentrum Kaleidoscoop in Mortsel een dubbelconcert aangeboden van de duo’s Boogaerts & Jansen en Martine de Kok & Maarten Westra Hoekzema. Onder de titel ‘Liedjes Vol Ellende – Een Vrolijk Lenteconcert’ brengen zij Nederlandstalige liedjes van zichzelf en hun helden. Later op het jaar hopen ze met het programma langs andere Vlaamse cultuurhuizen te reizen.


De twee duo’s kwamen elkaar toevallig tegen. “Wij hadden een optreden in de gevangenis van Dendermonde op het programma staan,” vertellen Martin Jansen en Koen Boogaerts. “Daarvoor hadden we echter een zangeres nodig en zo kwamen we bij Martine de Kok terecht. Die samenwerking verliep zo vlot dat we erover begonnen te denken om beide programma’s te combineren en daarmee naar kunstencentra en dergelijke te trekken.”


Beide duo’s brengen in Kaleidoscoop hun eigen programma, maar ze blijken daarbij op dezelfde golflengte te zitten. “We brengen allevier Nederlandstalig chanson, maar in Kaleidoscoop zullen we ook een aantal eigen nummers brengen,” aldus het dubbele duo. “We brengen vooral muziek die heel toegankelijk is en een heel breed publiek moet kunnen aanspreken.”


Martin Jansen en Koen Boogaerts zijn al verscheidene jaren actief in de podiumwereld. Martin Jansen heeft onder meer heel wat ervaring als sessiemuzikant, terwijl Koen Boogaerts vooral op theatervlak actief is geweest. Samen maakten ze echter onder meer hun opwachting op het Antwerpse kunstenfestival Zuiderzinnen en bouwden een programma uit voor kleine zalen en cultuurcafé’s.


Martine de Kok en Maarten Westra Hoekzema studeerden aan de Studio Herman Teirlinck en leerden elkaar kennen tijdens de lessen accordeon. Sindsdien treden ze ook geregeld samen op, al hebben ze elk ook afzonderlijke muzikale projecten. Maarten Westra Hoekzema heeft een eigen band en nam onder meer de single ‘Wij worden Bohémien’ op met Ludo Mariman, terwijl Martine de Kok onder meer haar eigen solovoorstelling ‘Konijn met Pruimen’ op de planken bracht.


De twee duo’s zullen in Kaleidoscoop elkaar voortdurend afwisselen, waardoor het dubbelconcert één groot geheel wordt. Boogaerts & Jansen brengen daarbij onder meer ook Nederlandstalige poëzie die door henzelf op muziek is gezet. Het kwartet zal echter ook samen enkele nummers brengen. Meer informatie over ‘Liedjes vol Ellende – Een Vrolijk Lenteconcert’ kan gevonden worden op de website www.kaleidos.be.

Hulde-album voor 80-jarige Uderzo

Op 25 april vierde Albert Uderzo, de tekenaar van Asterix, zijn tachtigste verjaardag. Bijna vijftig jaar werkte hij aan de avonturen van de onoverwinnelijke Galliër. Samen met scenarist René Goscinny creëerde hij in de eerste 24 albums een legende in de Franse stripwereld. Na de dood van Goscinny zette Uderzo de reeks alleen verder. Ter gelegenheid van de verjaardag van Uderzo wordt een hulde-album uitgebracht.


Albert Uderzo is een zoon van Italiaans immigranten. Dankzij Mickey Mouse ontdekte hij de stripwereld en in 1945 mocht hij na een striptekenwedstrijd zijn verhaal ‘Les aventures de Clopinard’ publiceren. Hij werd een van de eerste tekenaars van het weekblad O.K. Uit die periode dateert ook 'Arys Buck' (1946), over de avonturen van een onoverwinnelijke Galliër. Dat mag dus een vroege voorloper van Asterix genoemd worden.


In 1955 ontmoette Uderzo in Brussel René Goscinny, met wie hij later het grootste aantal succesalbums van Asterix zou creëren. Eerst volgden echter nog een aantal reeksen, zoals 'Ton en Nelly', 'Luc Junior', 'Benjamin et Benjamine', 'Hoempa Pa' en 'Bolleke en Snolleke'. In 1959 kwamen ‘Tanguy en Laverdure’ en ‘Asterix, de Galliër’, wat het begin van een lange reeks zou worden.


Sindsdien hield Uderzo zich nog uitsluitend bezig met Asterix. Samen met Goscinny bracht hij elke jaar een album uit en na de dood van Goscinny in 1977 zette Uderzo de reeks alleen verder. Sinds de dood van Goscinny bracht Uderzo nog acht albums uit, met als eerste ‘De Diepe Kloof’. In totaal zijn er nu 33 Asterix-albums verschenen, waarvan ‘Het Geheime Wapen’ (2005) voorlopig het laatste is.


Ter gelegenheid van de tachtigste verjaardag van de tekenaar werd het album 'Asterix en zijn vrienden' gelanceerd. Daarin brengen vierendertig stripauteurs zoals Manara, Rosinski, Derib, Tibet, Dany, Graton, Tarquin & Arleston en Loustal een hommage aan de jarige Uderzo en het universum van Asterix. De opbrengst van dit ere-album, dat verkocht wordt aan 9,90 euro, gaat naar de verdediging van de kinderrechten.

Ozark Henry schrijft muziek voor 'To Walk Again'

Op vraag van Marc Herremans componeerde Ozark Henry de soundtrack van 'To Walk Again', de nieuwe film van Stijn Coninx die het levensverhaal van de triatleet vertelt. De soundtrack van de film is enkel via de online muziekwinkels iTunes beschikbaar. Per verkocht album gaat er 2,50 euro naar The Marc Herremans Foundation, een organisatie die lotgenoten van Marc Herremans een riem onder het hart wil steken.


Toen Marc Herremans begin 2002 tijdens een training op Lanzarote na een val verlamd raakte, leek zijn carrière voorgoed voorbij. Maar Herremans kwam terug als rolstoelatleet en verbaasde de wereld met zijn passie en doorzettingsvermogen. Nog in 2002 werd Marc Herremans gekroond tot sportpersoonlijkheid van het jaar. Coninx wil met 'To Walk Again' aantonen dat de realiteit de fictie dubbel en dik overstijgt.


Ozark Henry (Piet Goddaer) is één van de meest spraakmakende Vlaamse artiesten van het laatste decennium. Zijn album ‘The Soft Machine’ werd bekroond met een platinum plaat. Hij werd ook geregeld bekroond met Zamu-Awards. Ozark Henry kreeg bovendien als eerste Belgische artiest een IFPI-Award voor het hoogste aantal legale downloads. Ozark Henry heeft inmiddels acht albums uit, waarvan de eerste in 1996 op de markt kwam.

De Fabeltjeskrant in dvd-versie

De Fabeltjeskrant, één van de meest succesvolle kinderseries op de Nederlandse televisie, is nu ook in dvd-versie verkrijgbaar. Op dit ogenblik liggen vier dvd-afleveringen in de winkel met elk vijftien afleveringen en een totale duur van gemiddeld 75 minuten. In het najaar volgen er nog acht afleveringen. Daarbij wordt echter niet chronologisch gewerkt, maar wordt elke dvd opgehangen aan een personage.


De personages uit De Fabeltjeskrant zijn gebaseerd op de figuren uit de 17de eeuwse fabels van Jean de la Fontaine, zoals de krekel, de mier, de raaf en de vos. Maar na dertig afleveringen raakte het werk van De la Fontaine uitgeput en moest producente Leen Valkenier op zoek naar nieuwe personages en verhaallijnen. Zo maakten onder meer de broers Ed en Willem Bever en Isidora Paradijsvogel hun opwachting.


Er werd ook steeds meer gezinspeeld op de actualiteit. Daardoor stemden ook steeds meer volwassenen dagelijks op De Fabeltjeskrant af. Tussen 1968 en 1973 keken gemiddeld ongeveer anderhalf miljoen Nederlanders naar de gebeurtenissen in het Grote Dierenbos. De serie was ook populair bij talloze Vlaamse kijkers. De Fabeltjeskrant ging uiteindelijk 1.640 afleveringen mee, waarmee een Nederlands record werd gevestigd.


In 2005 werd De Fabeltjeskrant in Nederland uitgeroepen tot het beste kinderprogramma aller tijden. Dat toont aan dat de serie bijna veertig jaar na de eerste uitzending nog niets van haar charme heeft verloren. Op 30 september gaat in Den Bosch een musicalversie van de kinderserie in première. De eerste vier dvd-afleveringen zijn gewijd aan Lowieke de Vos, Juffrouw Ooievaar, Ed en Willem Bever en Meneer de Uil.

Budget Vlaamse film wordt verdubbeld

Vlaams minister van cultuur Bert Anciaux wil in de toekomst meer Vlaamse films gerealiseerd zien. Dat heeft hij benadrukt ter geledenheid van de voorstelling van het jaarverslag van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF). De minister kondigde daarbij aan het VAF-budget gevoelig te zullen optrekken. Met het afschaffen van een aantal voorschriften, wil de minister het VAF ook meer ruimte bieden om de filmsector te ondersteunen.


Het voorbije jaar kreeg het VAF, onder meer dankzij de tax-shelterwet die bedrijven fiscaal stimuleert om in film te investeren, 331 aanvragen voor subsidies, waarvan er 140 werden goedgekeurd. Dat is meer dan het VAF budgettair aankon. Eerder was al bekend dat Anciaux met een eenmalige kapitaalinjectie van 2,5 miljoen euro het probleem op korte termijn van de baan wou.


Minister Anciaux kondigde nu echter tegen 2010 ook een een verdubbeling van het totale VAF-budget aan. Zo zal de dotatie van het VAF de volgende jaren telkens met een half miljoen verhogen. Dat zal worden vastgelegd in een nieuwe beheersovereenkomst voor de volgende vier jaar. Bovendien wil minster Anciaux de zogenaamde bestedingsverplichting aanpassen.


In de bestedingsverplichting wordt bepaald dat het VAF 2,5 miljoen euro van zijn budget spendeert aan producties van tv-zenders. In de praktijk gaat dat geld vaak naar tv-feuilletons in plaats van naar film. Voortaan hoeft het fonds dat bedrag van 2,5 miljoen euro alleen nog maar te uit te besteden als er voldoende kwalitatieve filmvoorstellen van de tv-zenders komen.


Daarnaast stelde minister Anciaux dat mediakunst en experimentele film misschien toch niet thuishoren in het takenpakket van het Vlaams Audiovisueel Fonds. Die vorm van audiovisuele kunst komt volgens hem wellicht beter tot zijn recht binnen het Kunstendecreet. De 500.000 euro die binnen het VAF-budget is voorzien voor mediakunst en experimentele film, mag het fonds echter wel houden.


Tijdens de voorstelling van de VAF-jaarcijfers zei minister Anciaux ook nog te betreuren dat films van eigen bodem in de bioscoop amper 6,75 procent van de verkochte tickets vertegenwoordigten. Nochtans is de 6,75 nagenoeg een evenaring van het recordjaar 2003, toen ‘De Zaak Alzheimer’ in de bioskopen kwam. Maar dat cijfer blijft nog wel ver verwijderd van bijvoorbeeld Denemarken, waar de Deense films 30 procent van de verkochte tickets vertegenwoordigen.

Museumprijs voor Sportimonium Hofstade

De Museumprijs van het tijdschrift Openbaar Kunstbezit Vlaanderen gaat dit jaar naar het Sportimonium Hofstade van Bloso. Het museum, dat opgericht werd in 2004, behandelt de geschiedenis van de sport. Dit jaar hoopt het museum tienduizend bezoekers te mogen verwelkomen. De Museumprijs is bedoeld om de minder bekende instellingen een duwtje in de rug te geven en wil ook vooral een kwaliteitslabel zijn.


Met het Sportimonium heeft Openbaar Kunstbezit voor de tweede keer op rij een buitenbeentje bekroond. Vorig jaar kwam immers het Gentse Museum Dr. Guislain, dat zich toelegt op outsiderkunst, als laureaat uit de bus. Het Sportimonium haalde het dit jaar onder meer van het PMMK Oostende en het Muhka Antwerpen. Het Jubelparkmuseum won de Museumprijs voor de regio Brussel, terwijl in Wallonië het Musée Royal de Mariemont (Morlanwelz) werd bekroond.


Het Sportimonium werd opgericht in 2004 en omvat een historische collectie van bijna 30.000 stuks. Het museum werd ondergebracht in een voormalig strandgebouw van het Bloso-Sportcentrum in Hofstade. Het gebouw werd opgetrokken in 1938 en is een beschermd monument. In het museum vindt men affiches, foto's, trofeeën en voorwerpen van Belgische sporthelden.


De bezoeker kan er ook oude of minder bekende volkssporten beoefenen. Daarmee wil het museum een traditie van bedreigd immaterieel erfgoed levend houden. Conservator Erik De Vroede beschouwt het Sportimonium dan ook als een erfgoedmuseum. Het museum trok tijdens zijn eerste jaar 5.000 bezoekers, vooral scholieren en studenten van opleidingsinstituten. Voor dit jaar wordt gehoopt op 10.000 bezoekers.

Cellist Rostropovitsj overleden

In Rusland is de beroemde cellist-dirigent Mstislav Rostropovitsj overleden. De vermaarde musicus lag sinds 11 april in het ziekenhuis nadat hij in februari al was opgenomen om voor kanker te worden behandeld. Vorige maand verscheen Rostropovitsj ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag op een galabijeenkomst in het Kremlin.Rostropovitsj was ook een fervent strijder voor de mensenrechten.


Rostropovitsj vertrok in 1974 met zijn gezin uit de Sovjet-Unie, nadat de autoriteiten hem zijn staatsburgerschap hadden ontnomen omdat hij de dissidente schrijver Aleksandr Solzjenitsyn vier jaar lang onderdak had geboden. Drie jaar later werd hij muzikaal leider van het National Symphony Orchestra in Washington, een positie die hij bekleedde tot 1994. Na het instorten van de Sovjet-Unie keerde Rostropovitsj terug naar Rusland.


Rostropovitsj werkte tijdens zijn leven nauw samen met Sergej Prokofiev, Benjamin Britten en Dmitri Sjostakovitsj, drie van de meest belangrijke componisten uit het midden van de vorige eeuw. Sjostakovitsj was ook de leermeester van de cellist. Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag kreeg Rostropovitsj uit handen van president Vladimir Poetin de prestigieuze Orde van dienst aan het vaderland uitgereikt. Even daarvoor had de president hem geprezen om zijn bijdrage aan de muziek en zijn activisme.

Videokunst in Beursschouwburg

In de Beursschouwburg in Brussel opent op donderdag 3 mei om 19 uur een tentoonstelling van het Hoger Instituut voor Schone Kunsten (HISK). Onder de titel ‘Whatever video may be, visual artists have given the medium its dignity’ selecteerde Hans Martens vijf internationale videokunstenaars. De selectie weerspiegelt een staalkaart van de kunstenaars die momenteel of recent aan het HISK met het medium video werken.


Het Hoger Instituut voor Schone Kunsten organiseert in Vlaanderen een posthogeschoolopleiding in de audio-visuele en beeldende kunst. Een vijfentwintigtal jonge beeldende kunstenaars uit binnen- en buitenland krijgen er een atelier. In een professioneel klimaat ontwikkelen ze gedurende twee jaar zelfstandig hun werk en krijgen ze deskundige stimulansen en adviserende begeleiding.


Voor de presentatie in de Beursschouwburg selecteerde Hans Martens, artistiek directeur van het HISK, vijf kunstenaars. “Elk van hen eigent zich het medium video toe op een unieke manier,” aldus de directeur. “Het parcours is als een staalkaart waarin de grote diversiteit weerspiegeld wordt, die deze jonge generatie kunstenaars tekent. Wat hen bindt is hun traject in het HISK en vooral de kwaliteit van hun werk waarmee ze zich onderscheiden op tal van internationale platforms.”


De betrokken kunstenaars zijn de Nederlander Krist Gruijthuysen, de Canadese Allison Hrabluik, de Tsjechische Barbora Klimova, de Duitser Max Sudhues en de Belg Nicolas Provost. Meer informatie kan verkregen worden op de websites www.hisk.edu en www.beursschouwburg.be.

Wednesday, April 25, 2007

Permeke is een Babels leesparadijs

Hoewel de Nederlandse literatuur niet dezelfde wereldwijde weerklank heeft als Engelse, Franse, Duitse of Spaanse werken, zijn toch heel wat Nederlandstalige boeken vertaald. Maar die versies zijn nauwelijks of niet terug te vinden in onze Vlaamse bibliotheken, ondanks het multiculturele karakter van de bevolking in de Vlaamse steden. Met het project Bibliotheek van Babel brengt de Antwerpse Permeke-stadsbibliotheek daar echter verandering in.



Het idee van een Bibliotheek van Babel is eigenlijk afkomstig van auteur en journaliste Margot Vanderstraeten, die zich in een artikel afvroeg waarom er in Brussel geen bibliotheek te vinden was waar men de belangrijkste werken van Vlaamse auteurs kon vinden in de verschillende talen die in de stad gesproken werden. Antwerpen pikte het idee van Margot Vanderstraeten op en werkte het idee ook in de praktijk uit.


In de Permeke-stadsbibliotheek werd een hoekje gereserveerd voor anderstalige versies van Vlaamse en Nederlandstalige auteurs. Daarmee is Permeke de eerste openbare bibliotheek in Vlaanderen die een dergelijk project heeft gerealiseerd. Op dit ogenblik zijn er een tweehonderdtal boeken beschikbaar, maar dat hoopt men op termijn gevoelig uit te breiden. Margot Vanderstraeten werd meter van het project.


Op dit ogenblikken zijn er werken van Nederlandstalige auteurs beschikbaar in het Engels, Pools, Frans, Tsjechisch, Russisch, Duits, Spaans, Ests, Litouws, Turks, Italiaans en Hongaars. “Het is wel opmerkelijk dat er geen enkel boek in het Arabisch of het Berbers beschikbaar is,” voerde Margot Vanderstraeten aan. “Dat is niet de schuld van de initiatiefnemers, maar gewoon aan het feit dat er geen Arabische of Berberse vertalingen van Vlaamse auteurs beschikbaar zijn.”


Margot Vanderstraeten voegde er nog aan toe dat het niet bij dit eerste initiatief mag blijven. “De Bibliotheek van Babel moet blijven groeien en nieuwe initiatieven ontwikkelen,” voerde ze aan. “Het zou toch prachtig zijn moesten mensen uit diverse culturen Vlaamse auteurs kunnen lezen en dan daarover met elkaar, liefst in het Nederlands, van gedachten wissselen. Dit is een stap om elkaars cultuur beter te leren kennen en waarderen.”

Tuesday, April 24, 2007

Katie Lagast en Elke De Meester in Sint-Michiels Leuven

In het kader van de '12 Weken van Sint-Michiels' heeft in de Sint-Michielskerk in Leuven op woensdag 25 april een voorstelling plaats van de videokunstenares Katie Lagast. Diezelfde avond is er een optreden voorzien van accordeoniste Elke De Meester, zanger Joeri Cornille en het dansduo El Rumbo. De '12 Weken van Sint-Michiels lopen nog tot 24 juni en zijn een initiatief van de Kerkfabriek Sint-Michiels Leuven.


Vanaf woensdag 25 april om 20 uur is Katie Lagast in de Sint-Michielskerk in Leuven te gast met een video-installatie. Katie Lagast is een jonge kunstenares die zich bezig houdt met allerlei vormen van hedendaagse kunst. Momenteel exposeert ze in galerij Jan Colle in Gent en enkele weken geleden was ze te zien bij SIbES Rood in de O.L.V. ter Koorts in Leuven. De rode draad in haar werk in Sint-Michiel is de stad in al haar gedaantes. De video’s zijn te bekijken tot en met 6 mei.


Na het vertonen van de video-installatie volgt om 21 uur een optreden van accordeoniste Elke De Meester. Zij toont daarbij de veelzijdig van haar instrument, een Pigini type Bayan Sirius. Ze brengt klassieke muziek van Vivaldi, Rossini en Bach, afgewisseld met folk en tangoritmes van Astor Piazolla. De accordeoniste krijgt daarbij assistentie van zanger Joeri Cornille en het dansduo El Rumbo.


Tijdens de ’12 Weken van Sint-Michiels’ wordt de Leuvense kerk een brede groep van kunst- en cultuurliefhebbers. Het project verenigt kunstenaars uit de meest uiteenlopende disciplines. Beeldhouwkunst, keramiek, fotografie en videokunst, worden afgewisseld met grafisch werk, mixed media en schilderkunst. Ook de voorstellingen zijn zeer divers en gaan van koormuziek, hedendaagse dans en taiko (japanse drums) over poëzie, liederen en strijkensembles en diverse andere disciplines.


Meer informatie over de ’12 Weken van Sint-Michiel’ is terug te vinden op de website www.sint-michielskerk.be.

Sunday, April 22, 2007

Rubensroodroute wil 100.000 deelnemers lokken

Naar aanleiding van de lancering van het boek ‘Rubensrood’ van auteur Staf Schoeters lanceert uitgeverij Triloga Editions de ‘Rudensroodroute’, een wandeling door de straten van Antwerpen langs locaties die een band hebben met de Antwerpse schilder of met de roman. Aan de wandeling is een zoektocht verbonden, waarvan de hoofdprijs bestaat uit een Rubensroute door Europa.



De Rubensroodroute wordt georganiseerd van 10 mei tot 30 november. Op een twintigtal locaties moeten de deelnemers een aantal vragen beantwoorden die verband houden met Rubens of het boek van Staf Schoeters. De deelnemers mogen vrij starten en eindigen naar eigen keuze. De hoofdprijs is een citytrip naar Londen, Parijs, Madrid, Florence en Berlijn, vijf steden waar werk van Rubens wordt getoond.


De hoofdprijs wordt in het najaar uitgereikt tijdens de Antwerpse Boekenbeurs. Deelnemen aan de Rubensroodroute kost vijf euro per persoon. Rond de wandeltocht zal een brochure worden gelanceerd op 575.000 exemplaren. De organisatoren rekenen op ongeveer 100.000 deelnemers. De vragen werden mee opgesteld door een delegatie van de officiële stadsgidsen van Antwerpen.


Ter gelegenheid van de voorstelling van de Rubensroodroute maakte de Antwerpse schepen van cultuur Philip Heylen bekend dat van het boek inmiddels meer dan 8.500 exemplaren zijn bekend. Er zal ook een afzonderlijke druk komen voor Nederland, waarbij extra promotie zal gevoerd worden voor de Rubensroodroute. Hij wees erop dat de Rembrandtroute in Amsterdam 250.000 deelnemers wist te lokken.

Amsterdam toont vrienden van Vincent van Gogh

Het Van Gogh Museum in Amsterdam toont tot 8 juli een aantal zelden getoonde werken van een aantal belangrijke vrienden van Vincent van Gogh. De ruim veertig tekeningen, prenten, schilderijen en brieven zijn afkomstig van onder meer Anthon van Rappard, Paul Gauguin, Henri de Toulouse-Lautrec en Camille Pissarro. De expositie, getiteld ‘De vrienden van Van Gogh', belicht de invloedrijke groep kunstenaars rondom de beroemde schilder.


“Hoewel Van Gogh vaak als einzelgänger werd gezien, had hij tijdens zijn carrière allerlei kunstenaars om zich heen,” aldus het museum. “Hij bracht mensen bij elkaar en maakte discussies los. Hij wierp zich daarbij op als bemiddelaar en moedigde experimenten en tentoonstellingen aan. De kunstenaars hadden invloed op de persoonlijke en artistieke ontwikkeling van Van Gogh.”


In zijn Nederlandse periode werkte Van Gogh onder meer samen met Anton Mauve en Anthon van Rappard. In de tijd dat hij in Parijs verbleef, trok hij op met een avant-gardistische groep kunstenaars, zoals Henri de Toulouse-Lautrec, Paul Gauguin, Emile Bernard, Paul Signac, Louis Anquetin en Camille Pissarro. Zij gebruikten veel verschillende stijlen die goed te zien zijn in de portretten die de schilders veelvuldig van elkaar maakten.


Van Gogh bleef na zijn vertrek uit de Franse hoofdstad contact houden met de avant-gardisten. Zij discussieerden in hun brieven over filosofie, kunst en actualiteiten. Ook wisselden de kunstenaars soms werken uit. Een aantal daarvan is samen met de bijbehorende correspondentie te zien in het museum. Meer informatie over de tentoonstelling is te verkrijgen op de website www.vangoghmuseum.nl.

British Airways gunt Branson geen filmcarrière

Luchtvaartmaatschappij British Airways heeft beelden van Richard Branson, directeur van rivaal Virgin Atlantic, weggeknipt uit de James Bond-film Casino Royale. Ook wiste British Airways in één scène het logo van de staart van een Virgin-toestel dat in de film werd gebruikt. Volgens British Airways wordt er vaak geknipt in films die aan boord van zijn vliegtuigen worden vertoond.


Virgin-baas Richard Branson maakte kort zijn opwachting in de jongste Bond-film. Maar de scène waarin Branson bij de luchthavencontrole op het vliegveld van Miami zijn gezicht naar de camera draaide, werd door British Airways geknipt. Hij is in de versie van British Airways nu alleen nog maar kort vanaf de rug te zien. Virgin Atlantic zegt vorig jaar in een andere Bond-film (Die Another Day) de aanwezigheid van British Airways niet geschrapt te hebben.


Branson leende één van zijn toestellen gratis uit aan de makers van Casino Royale. Volgens the Daily Telegraph hadden zij trouwens eerst contact opgenomen met British Airways, maar kozen ze later alsnog voor Virgin Atlantic. Er heerst een bittere rivaliteit tussen de beide luchtvaartmaatschappijen. Virgin Atlantic zette vorig jaar de autoriteiten op het spoor van een prijskartel, waar ook British Airways deel van uitgemaakt zou hebben.

Straatlaweit maakt van ’t stad een podium

Het district Antwerpen organiseert ook dit jaar het evenement Straatlaweit. Daarbij dompelen zes buurtfestivals de stad dit voorjaar en deze zomer onder in een muzikaal bad. Van het Kiel tot op het Eilandje worden pleintjes ingepalmd voor podiumkunsten en muziek.Ze willen daarbij de Antwerpenaar trakteren op het beste talent van eigen bodem in een gezellig kader. De toegang is gratis.


De jonge organisatoren krijgen de steun van de cultuurantenne en de jeugddienst van het district Antwerpen. In ruil zorgen de organisatoren voor een buurtvriendelijke aanpak. Dit jaar breidt Straatlaweit uit met evenementen op het Kiel en Antwerpen-Noord. Op de podia van Straatlaweit staan niet de bekende artiesten die men op ieder zomerfestival ziet staan. Men ziet er aanstormend talent uit de Antwerpse regio dat het publiek graag wil overtuigen.


Straatlaweit is een project dat model staat voor het cultuur- en jeugdbeleid van het district omdat het voorrang geeft aan de initiatieven van de inwoners zelf. De cultuurantenne en de jeugddienst ondersteunen jonge organisatoren om hun creatieve plannen te realiseren. Dankzij de logistieke, financiële en praktische ondersteuning kunnen deze buurtinitiatieven op eigen benen staan.


Al deze initiatieven hebben de buurt als hun natuurlijke biotoop. De uren en de inplanting van het evenement zijn zo gekozen dat de overlast tot een minimum wordt herleid. De organisatoren worden aangemoedigd om herbruikbare drankbekers te gebruiken. Ze stellen op voorhand hun initiatief voor aan de buurtorganisaties en omwonenden, die ook de kans krijgen om zelf te participeren.


Straatlaweit 2007 start op woensdag 25 april met Ockxfest, een dj-festival in de studentenbuurt aan de Stadswaag. Op zondag 1 juli volgt Groove-Z op de Dageraadplaats. Op zaterdag 7 juli wordt op het Stuivenbergplein het muziekfestival Guerillaland georganiseerd. Op zaterdag 11 augustus volgt op de Boeienweide op Linkeroever het jongerenfestival Linkerwoofer, terwijl de volgende dag aan het Bonapartedok Bonapart-Bonzt wordt georganiseerd. Afgesloten wordt op zaterdag 15 september met het Kiels muziekfestival TeKielA in het Kielpark.


Meer informatie is verkrijgbaar op de website www.straatlaweit.be. (DW)

Paviljoen Toyo Ito in kort geding

Het stadsbestuur van Brugge wil het paviljoen van Toyo Ito zo snel mogelijk weg van de Burg. Omdat minister van monumenten Dirk Van Mechelen die plannen van Brugge heeft gedwarsboomd, heeft Brugge de minister in kort geding voor de rechter gedaagd. De rechtszaak zal op 2 mei door de Brugse rechtbank worden behandeld. Brugge denkt wel eventueel aan een andere locatie voor het paviljoen.


Brugge wil het paviljoen van Toyo Ito zo snel mogelijk laten verdwijnen, maar Vlaams minister van landschappen en monumenten Dirk Van Mechelen heeft daar begin vorige maand een stokje voor gestoken. Door de procedure voor tijdelijke bescherming in gang te zetten, dwarsboomde de minister het Brugse stadsbestuur in zijn plannen om het kunstwerk van de Japanse architect te slopen en het Burgplein volledig opnieuw in te richten.


Ondertussen lopen de onderhandelingen met Van Mechelen voort. Volgende maand zit de Brugse schepen Mercedes Van Volcem opnieuw samen met de minister rond de tafel. Ze blijft erbij dat het ooit als tijdelijk bedoelde paviljoen niet op de Burg kan blijven. De schepen wijst erop dat de vergunning van het kunstwerk is verlopen, waardoor het er nu eigenlijk illegaal staat. Misschien is de minister volgens haar dat aspect uit het oog verloren.


Bovendien noemt Van Volcem het ook jammer dat de voorlopige bescherming een nieuw project rond tijdelijke kunst tegenhoudt. Om de vijf jaar zou de stad immers een tijdelijk kunstwerk willen realiseren. Daarvoor heeft het Brugse stadsbestuur 2,5 miljoen euro uitgetrokken. Brugge laat nog wel een verhuis van het kunstwerk van Ito naar een andere locatie in de stad open.

Koningin Fabiolazaal toont naïeve kunst

Geïnteresseerden in art brut of naïeve kunst krijgen dit voorjaar in de Koningin Fabiolazaal in Antwerpen de kans om de tentoonstelling van de bekende Poolse naïeve schilder Nikifor (1895-1968). Nikifor is bij het brede publiek niet echt bekend en zijn werk werd pas laat ontdekt, maar toch wordt hij als één van de belangrijkste vertegenwoordigers van deze kunstrichting beschouwd.


“Outsiderkunst, art brut of naïeve kunst, is al een tijdje hip,” aldus de organisatoren van de tentoonstelling. “Denk maar aan het Gentse museum Dr. Guislain dat gewijd is aan deze kunstvormen en dat recent werd bekroond met de Prijs voor Cultureel Erfgoed 2006 van de Vlaamse Gemeenschap.” Door een samenwerking tussen de provincie Antwerpen en Pools provincie Malopolska, wordt nu een overzicht van het werk van de Poolse schilder Nikifor getoond.


Nikifor is één van de belangrijkste naïeve schilders uit de twintigste eeuw is en behoort tot de top vijf van de naïeve schilderkunst in de hele wereld. Verschillende musea en privécollecties over de hele wereld bezitten werk van hem. Maar behalve bij specialisten, is zijn werk tegenwoordig bijna uitsluitend bekend in Polen en Oost-Europa. Deze tentoonstelling is dus een unieke kans om deze onbekende grote naam te ontdekken.


Diep in het zuiden van Polen, bijna tegen de grens met Slovakije, ligt tussen beboste bergen het kuuroord Krynica, met zijn sanatoria, drinkzalen, chique pensions en oude houten villa’s. In dit stadje werd in 1895 het onecht kind geboren van een dienstmeid die tot de Lemko-minderheid behoorde. Het kind werd waarschijnlijk Epifaniusz Drowniak genoemd, maar zijn jeugd is gehuld in mysteries. Feit is dat hij al snel wees werd en op straat begon te leven.


Omdat hij ongeletterd was en een ernstig spraakgebrek had, kon Drowniak zich moeilijk uitdrukken. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, begon hij met kleurpotloden en met waterverf te tekenen en te schilderen op alle papier dat hij maar kon vinden. Als straatschilder wandelde hij elke dag in het kuuroord rond met een houten kist waarin hij zijn atelier meedroeg.


Drowniak stelde zijn schilderijtjes te koop aan als souvenirs uit Krynica. Hij signeerde zijn schilderijtjes zelfbewust met zijn zelfgekozen naam ‘Nikifor Schilder – Nikifor Artiest’, maar slechts weinig mensen kochten een werkje. Sommigen beschouwden hem als een bezienswaardigheid of simpelweg als een bedelaar en zijn kleine kleurrijke schilderijen als waardeloos gekrabbel.


Toen de streek rond Krynica in de jaren 1930 ook een skigebied werd, kwamen er ook Poolse kunstenaars naartoe. Zij ontdekten het werk van Nikifor en namen zijn kunst voor het eerst au sérieux. Ze raakten betoverd door zijn meesterlijke kleurkeuze en begonnen zijn schilderijen te verzamelen. In Parijs toonden ze zijn werk op een groepstentoonstelling in 1932. In 1938 verscheen het eerste artikel over Nikifor in het kunsttijdschrift Arkady.


De tweede wereldoorlog belemmerde de verdere bekendmaking van zijn werk, maar na de oorlog werd Nikifor herontdekt. Het echtpaar Banach, kunsthistorici uit Krakau, speelde een belangrijke rol in de promotie van zijn werk. Dankzij hun beschermheerschap, begon de kunst van Nikifor te circuleren als onderdeel deel van de Poolse en de internationale kunst. Al in de late jaren veertig werden er tentoonstellingen van zijn werk georganiseerd, maar de tentoonstelling in de Parijse Galerie Dina Vierny in april 1959 was de echte doorbraak.


In verschillende landen volgden meer presentaties van Nikifors werk, onder meer in de galerie La Proue in Elsene in november 1959. In de laatste decennia van zijn leven werd Nikifor echt bekend. Talloze tentoonstellingen werden georganiseerd, talrijke publicaties in vele talen werden aan hem gewijd, documentaire films werden gemaakt en eminente dichters schreven gedichten over hem.


Als resultaat van de groeiende vraag naar zijn werk, verbeterde ook zijn levensstandaard, maar zijn levensstijl veranderde hij nooit. Kunst was zijn werk en de roeping waarvoor hij zich verantwoordelijk voelde en daarom ging hij door met op straat te schilderen tot zijn laatste dagen. In 1967 werd hij geëerd met een solotentoonstelling in de Zachęta galerie in Warschau. De kunstenaar overleed op 10 oktober 1968 in een sanatorium. Hij werd begraven in Krynica.


Ook al leefde Nikifor aan de zelfkant van de maatschappij, en ook al was hij ongeletterd en beperkte zijn spraakgebrek zijn contact met andere mensen, toch beschouwde hij zichzelf als een echte kunstenaar. Een schilder was naar zijn oordeel beter dan gewone mensen omdat die de wereld niet zomaar afbeeldde, maar naar eigen inzicht veranderde en verbeterde. Schilderen werd een betere manier van communiceren voor hem en zijn kunst werd zijn enige uitdrukkingsmiddel.


De werken van Nikofor vormen karakteristieke thematische series. Hij tekende en schilderde wat hij zag op zijn zwerftochten door het Poolse platteland: de landschappen uit de wijde omgeving van Krynica met gehuchten en steden, kerken en andere gebouwen, wouden en velden, spoorlijnen en stations. Andere prachtige series beelden kantoren af en dollarfabrieken, de villa’s en pensions van Krynica, katholieke en orthodoxe kerken en synagogen, keukeninterieurs, heiligen, portretten van kuurpatiënten en militaire scènes.


Nikifor was duidelijk gefascineerd door architectuur. Als een poëtisch architect tekende hij fantastische, haast surrealistische constructies. Soms schilderde hij bepaalde symbolen om de functie van de gebouwen die hij afbeeldde te verklaren. Zo schilderde hij bijvoorbeeld een rokende man op het dak een tabaksfabriek. In zijn zelfportretten toont Nikifor zichzelf als een artiest aan het werk, dikwijls onder een kleurige paraplu, of als een keurig in zwart pak geklede man of zelfs als een rechter, heilige of bisschop.


Daaruit blijk duidelijk zijn visie op zijn kunstenaarschap: een schilder is iemand die, krachtens zijn beroep, een speciale rol speelt in de maatschappij en daardoor belangrijker is dan andere mensen. Zijn zelfportretten behoren daarom tot zijn meest interessante werken. Nikifor was dan wel een autodidact, maar hij had een aangeboren kleurgevoel, een soort schilderintuïtie. Hij gebruikte waterverf en kleurpotloden omdat hij geen geld had om beter materiaal te kopen, terwijl al het papier dat hij kon te pakken krijgen was goed om op te schilderen.


Hij begon zijn werkjes met een potloodschets en bracht daarna de verf aan met een uitzonderlijk gevoel voor kleur. Elk schilderijtje signeerde hij op zijn eigen manier, door er inscripties op te tekenen. Daardoor probeerde hij zijn ongeletterdheid te verbergen, maar de woorden zijn vaak verkeerd gespeld of betekenisloos. Hij lijstte zijn werkjes ook zelf in met gekleurd papier en tenslotte plaatste hij op de achterzijde een speciale stempel.


Naar schatting schilderde de artiest duizenden werken, waarvan de meeste evenwel niet bewaard bleven. Toch bezit het Nowy Sacz District Museum meer dan duizend van zijn werken. In 1995 werd in Krynica het Nikifor Museum geopend. De bruiklenen voor de tentoonstelling in Antwerpen komen uit deze collecties en tonen een overzicht van zijn thema’s.


Meer informatie over de tentoonstelling is te verkrijgen op de website www.provant.be. (DW)

Antwerpen herdenkt Willem Elsschot

Op 7 mei 2007 is het 125 jaar geleden dat schrijver Willem Elsschot werd geboren. De schrijver wordt op 19 en 20 mei in Antwerpen gevierd met een bijzonder verjaardagsweekend. ‘Op Stap met Elsschot’ is bovendien het startschot van een vierjarig programma rond de Antwerpse schrijver dat in 2010 wordt bekroond met een groot cultureel evenementenjaar.


Met ‘De stad van Elsschot’ wil de stad Antwerpen auteur Willem Elsschot stedelijk, nationaal en internationaal uitdragen als klassiek Antwerps schrijver van universele verhalen en gedichten. Het startschot van vier jaren aandacht rond Elsschot vindt plaats op het verjaardagsweekend 19 en 20 mei 2007. De volgende jaren wordt telkens één groot evenement georganiseerd. In 2010 is het vijftig jaar geleden dat Elsschot overleed en daarrond zal één groot cultureel evenementenjaar worden georganiseerd.


Tijdens het Hemelvaartsweekend van 19 en 20 mei van dit jaar kan het publiek in de voetsporen van Elsschot plekken ontdekken die een belangrijke rol hebben gespeeld in het leven en werk van de auteur, aangevuld met hedendaagse locaties waar mem vandaag Elsschot terugvindt. Het verhaal van Elsschot is immers onverbrekelijk verbonden met dat van de stad Antwerpen.


Het weekend start officieel op zaterdag 19 mei om 13uur met de onthulling van een bronzen plaat bij het bekende standbeeld van Willem Elsschot uit 1994 op het Mechelseplein. De kunstenaar Wilfried Pas had bij het ontwerp ook een plaat voorzien met een versregel uit het gedicht 'Tot den arme'. De plaat werd evenwel nooit aangebracht. Op 19 mei wordt het standbeeld dus alsnog voltooid.


Het Mechelseplein zal in samenwerking met Agfa Graphics ook twee weken lang een 'Elsschotplein' worden. Agfa Graphics en de stad Antwerpen plaatsen een 600 meter lange canvas met bijzonder beeldmateriaal van Elsschot en de integrale tekst van ‘Het Dwaallicht’. Het programma van het verjaardagsweekend bevat literaire wandelingen, interviews, voordrachten, concerten, en stand-up comedy.


Meer informatie kan verkregen worden op de website www.destadvanelsschot.be. (DW)

Kunstproject fleurt bejaardenhuis op

Sinds kort genieten de bewoners van het RVT St.-Bartholomeus in Merksem elke dag van kunst. Leerlingen van het Provinciaal Instituut Sint-Godelieve beschilderden de gangen van het rusthuis met eigen ontwerpen. Deze muurschilderingen werden vooraf besproken met de bewoners, want ook het contact tussen jong en oud is een belangrijk onderdeel van dit project ‘Kunstzinnig Oud’


Dit jaar schilderden de leerlingen van het vijfde en zesde jaar Publiciteitsgrafiek en het zevende jaar Publiciteit en Illustratie de gangen op de eerste verdieping van het verzorgingstehuis. Een twintigtal oude stadszichten op de muren fleuren, samen met een aantal citaten over de stad nu de gang op. Vorige editie werden op het gelijkvloers de portretten van de bejaarden kunstzinnig op de muren gezet.


“Door de aard van het project ontstond er een positieve sfeer binnen het RVT Sint-Bartholomeus,” aldus de initiatiefnemers. “Voor de leerlingen was het een boeiende ervaring en een kennismaking met een andere wereld. Voor de bejaarden werd het een hele gebeurtenis en een nieuwe ontmoeting tussen wijsheid, eigenheid en kunstzinnigheid.”


Zowel de directie van het Provinciaal Instituut Sint-Godelieve als het RVT Sint-Bartholomeus maken gewag van een geslaagd project. “We hopen alleszins dat dit project een inspiratiebron is voor andere scholen en rusthuizen,” voeren ze aan.

Friday, April 20, 2007

Stripbeurs in teken van de mode

De zevende strip-, cd-, dvd- en platenbeurs van de vereniging De Stripvrienden staat dit jaar in het teken van de mode. De organisatoren daagden een aantal modeafdelingen van scholen uit om kledingstukken te creëren rond strips. Op zondag 22 april showen onder meer de leerlingen van het Provinciaal Instituut St.-Godelieve hun creaties en kunnen stripfanaten al beginnen dromen van een Urbanus, Rode Ridder of Nero-look.


De zevende strip-, cd-, dvd- en platenbeurs van De Stripvrienden heeft plaats op zondag 22 april in de sportzaal Schijnpoort aan de Schijnpoortweg 55 in Antwerpen. Op 22 april gaat de 7de strip, cd, dvd en plantenbeurs door van 10 tot 17 uur in de Sportzaal Schijnpoort. Er zijn meer dan 120 standhouders. Er worden dit jaar ook ongeveer twaalfhonderd bezoekers verwacht op de beurs, die dit jaar in het teken staat van mode.


De Stripvrienden organiseert in dit kader een wedstrijd waaraan verschillende scholen deelnemen. Het is de bedoeling om kledingstukken, die geïnspireerd zijn op bekende striphelden, te ontwerpen en te showen. De leerlingen van het Provinciaal Instituut St.-Godelieve verleenden graag hun medewerking aan dit initiatief, samen met de St-Maartenbovenschool Beveren, Sint-Jozef Kontich en het Technisch Instituut Torhout.


Alle creaties zullen door de leerlingen zelf op zondag 22 april om 14 uur tijdens de beurs worden geshowd. De creaties van de modeontwerpers en de modeleerlingen zijn nadien te bezichtigen op zaterdag 28, zondag 29 april en dinsdag 1 mei van 13 uur tot 18 uur in het Cultuurcentrum Rix aan De Grijspeerstraat 86 in Deurne. Van 4 tot 14 mei zullen de ingediende creaties geveild worden via de website eBay.


De opbrengsten van de veiling gaan integraal naar de organisatie Make-a-Wish, die de hartewens wil vervullen van kinderen met een levensbedreigende ziekte. De zevende stripbeurs gaat van start om 10 uur en sluit zijn deuren om 17 uur. Meer informatie is verkrijgbaar op de website www.stripsmeteenhart.org.

Monday, April 16, 2007

Chinees filmfestival verboden omwille van martelarenfilm

Een documentaire over het lot van Bian Zhongyun, de Chinese leerkracht die in het midden van de jaren zestig werd doodgemarteld, is de reden dat het Chinese filmfestival Yunfest werd afgelast. Het festival had eerder deze maand georganiseerd moeten worden, maar enkele weken voordien meldde de organisatie dat het festival was uitgesteld in afwachting van overleg met de autoriteiten. De waarheid kwam later op het internet aan het licht.


Op 5 augustus 1966 werd Bian Zhongyun, een leerkracht aan een middelbare school in Beijing door haar studentes op straat geparadeerd met een grote ezelsmuts. Temidden van haar studenten die al kloppend op vuilnisbakken door de straat marcheerden, werd ze gedwongen een beledigend schoolbord om haar nek te dragen. Ze werd afgeranseld met een houten stok met spijkers erdoor en overgoten met kokend water. Ze werd doodgemarteld.


Een documentaire over haar lotgevallen is nu de oorzaak dat het Yunfest-filmfestival moest geschrapt worden. De Chinese regering onderdrukt immers nog steeds de openbare gedachtenis aan de Culturele Revolutie, één van de zwartste bladzijden uit de recente geschiedenis van China. Hoeveel mensen tijdens die periode het leven lieten, is nog altijd onduidelijk.


Na de dood van Mao in 1976 kwam er een officieel einde aan de Culturele Revolutie, maar de Chinese regering is nog altijd bang dat onthullingen over die periode de Communistische Partij zullen schaden. De meeste daders bleven trouwens ongestraft. De Chinese regering wil dan ook niet dat verhalen zoals die van Bian Zhongyun teveel in de openbaarheid worden gebracht.


Yunfest wordt beschouwd als het belangrijkste platform voor kritische filmmakers in China. Het tweejaarlijks festival werd in 2003 opgezet door een groep filmmakers en antropologen verbonden aan diverse Chinese universiteiten. De betrokken documentaire – ‘Though I am Gone’ – kan bekeken worden op YouTube.

Saturday, April 07, 2007

ErrorOne met dans, kunst en vormgeving

Het kunstproject ErrorOne organiseert tussen 21 en 29 april een evenement met hedendaagse dans in een choreografie van van Sidi Larbi Cherkaoui, beeldende kunst met Joris Martens en vormgeving door Dirk Engelen (B-architecten). Dit vijfde initiatief van ErrorOne heeft plaats in de woning van beeldend kunstenaar Joris Martens aan de Borsbeekstraat 56 in Borgerhout.


De woning van beeldend kunstenaar Joris Martens, is een huis-atelier dat in 2000 door B-architecten werd ontworpen op maat van de kunstenaar. “Het vertrouwelijke van een privé-woning is de context van een samenwerking tussen beeldend kunstenaar Joris Martens, choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui en architect Dirk Engelen,” aldus ErrorOne.

“In dit proces is Dirk Engelen ruimtelijk denker die de ideale omstandigheden schetst waarbinnen het werk van Larbi Cherkaoui en dat van Joris Martens elkaar ontmoeten,” wordt er opgemerkt. “Live dans-acts, vooraf opgenomen videobeelden en tekeningen worden wisselend als voorgrond of als achtergrond getoond in een totaalconcept. Dit evenement is dan ook een soort podiumervaring met vrije standpunten van de deelnemers en toeschouwers.”


Error One is een zwervend initiatief voor hedendaagse kunst en organiseert tentoonstellingsprojecten in alternatieve of verlaten panden, vooral in Antwerpen. Error One wil de wijde stedelijke omgeving van Antwerpen artistiek activeren. Error One wordt geadviseerd door Wilfried Huet (uitgever van Gagarin), Stella Lohaus (Stella Lohaus Gallery), Dirk Engelen (B-Architecten) en Isabel Devriendt (HISK).


Meer informatie is te verkrijgen op de website www.errorOne.be.

Honderd jaar Volkskundemuseum Antwerpen

Het Antwerpse Volkskundemuseum viert zijn honderdste verjaardag. Binnenkort zal de verzameling deel uitmaken van het Museum aan de Stroom. Het museum achtte dit dan ook een uitgelezen moment voor een overzicht van een eeuw volkskundig verzamelen. Er loopt ook een tentoonstelling van fotografe Karin Borghouts over volkskundige verzamelingen in openbare en privé musea.


Rond 1900 schonk de Franstalige dichter en grafisch kunstenaar Max Elskamp zijn volkskundige collectie aan de stad Antwerpen. In honderd jaar kwam vervolgens een grote en zeer verscheiden verzameling tot stand met voorwerpen uit het dagelijks leven. De tentoonstelling in het Volkskundemuseum belicht Elskamp en zijn entourage, waarbij aandacht besteed wordt aan hun drijfveren om te verzamelen, de drang naar exotisme, hun wereldbeeld, de omgang met erfgoed, de sociale klasse.


De expo knoopt ook aan bij Elskamps nooit gerealiseerde idee van toegepaste volkskunde, waarbij de verzameling een inspiratiebron moest zijn voor kunstenaars en schrijvers. “Dat verzuim wordt nu goedgemaakt,” voert het Volkskundemuseum aan. “Hedendaagse auteurs en beeldende kunstenaars lieten zich verleiden en inspireren door stukken uit het museum. De tentoonstelling laat ook zien waartoe het verzamelen van het dagelijks leven aanleiding kan geven.


Naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van het Volkskundemuseum werd aan kunstenares en fotografe Karin Borghouts gevraagd om een reeks foto’s te maken. Zij koos voor volkskundige verzamelingen in openbare en privé musea en bezocht tal van streek- en volkskundemusea in binnen- en buitenland. Karin Borghouts ontdekte hoe tal van schooltjes, winkeltjes, werkplaatsen en dorpscafés taferelen werden gereconstrueerd met het originele meubilair, oude gebruiksvoorwerpen en kledingstukken.


Ook reconstructies in openluchtmusea met levende bewoners-acteurs trokken haar aandacht. Zij was daarbij vooral geïnteresseerd in manieren van presenteren. De onderwerpen werden zo in beeld gebracht dat de foto’s zelf refereren aan schilderijen, oude prenten en foto’s of filmdecors. Die waren vaak ook een inspiratiebron voor de opstellers van de museale presentaties.


Meer informatie is verkrijgbaar op de website www.mas.be

Muziek verzacht niet altijd de zeden

Een oud gezegde beweert dat muziek de zeden verzacht, maar de vraag is of dit ook in werkelijkheid het geval is. Dat is het thema dat het samenwerkingsverband ‘7Granen’ op 17 april naar voor brengt tijdens een video-avond in zaal de Rode Pomp in Gent. Daarbij wordt een beeld geschetst van de macht en onmacht van muziek in de bepaling en beïnvloeding van ethische en morele ervaringen.


“Wanneer versterkt muziek geweld, wanneer moedigt het dit zelfs aan?” voeren initiatiefnemers Gustaaf De Meersman en Edgar Eeckman aan. “Kan muziek misbruikt worden wanneer het aangewend wordt bij geëxposeerd geweld via film of toneel? Daarrond brengen wij een compilatie van stellingnamen van cellist en muziekpedagoog Roel Dieltiens, deejay Daivy De Meyer, componist Yves De Mey en wereldmuzikant Marc Senechal.”


Tevens worden er filmfragmenten getoond uit Mahler, Full Metal Jacket, Requiem for a Dream, Battle Royale, The Merchant of Venice, Gen-X Cops, Devil's Advocate, The Sand Pebbles, Gallipoli, The Cook The Thief His Wife and Her Lover, Batman, Triumph Des Willens, Gemini, Avalon, Mulholland Drive, Entrusted, Carmen, Deacons For Defense, A Clockwork Orange, Irreversible en Apocalypse Now.


Het samenwerkingsverband '7Granen' wil naar eigen zeggen het medium video verkennen en daarbij zo authentiek mogelijk zijn. Het bestaat op dit ogenblik uit Gustaaf de meersman, taalstilist, theatermaker en beeldend kunstenaar van de Gentse vereniging Videokontakt en cabaretier-theatermaker en filmfanaat Edgard Eeckman. “Wij steunen en stimuleren elkaar in het realiseren van videoproducten, waarbij alle stijlen en onderwerpen toegelaten zijn,” voeren ze aan.


Daarbij willen ze experimenteren met opnamen en montages, van logisch tot schijnbaar onlogische concepten. “Het gaat om een - leerzaam en plezierig - empirisch proces dat verkennend onderdompelt in beelden en klanken,” aldus De Meersman en Eeckman. “We moedigen inhoudelijke en vormgevende grensverleggingen aan.” Het project ging van start tijdens de Gentse Feesten van vorig jaar, maar breidt nu zijn activiteiten uit.


“Zo zullen we bij fotografe Hilde Braet gebruik maken van haar vitrinefaciliteit om een computerinstallatie met abstraherende beelden en maatschappelijk geëngageerde teksten te exposeren,” voeren De Meersman en Eeckman aan. “In de Rode Pomp aan de Nieuwpoortstraat 59 in Gent zullen we een viertal video-avonden verzorgen.”


Tijdens de Gentse Feesten organiseert 7Granen onder meer opnieuw een mini videofestival. Daarbij worden eigen realisaties en ingezonden videoproducties getoond.

Van Praag-prijs voor Johan Simons

De Nederlandse theaterregisseur Johan Simons, de huidige directeur van het NTG Gent, heeft de Van Praag-prijs gewonnen. Deze prijs van het Humanistisch Verbond wordt tweejaarlijks uitgereikt aan personen die in hun werk humanistische waarden uitdrukken en met hun oeuvre inspireren tot een samenleving waarin zelfbeschikking en verantwoordelijkheid samengaan.


Volgens de jury stelt Simons in aangrijpende voorstellingen ethische en morele vragen aan de orde en onderzoekt hij de relatie van de mens tot zichzelf en anderen. De jury noemt het werk van Simons indrukwekkend en gebruikt hij een krachtige beeldtaal. "Het past bij het humanisme dat Simons de klassieken en bewerkingen van Griekse tragedies opnieuw uitbrengt en in deze tijd plaatst," aldus het juryrapport.


Johan Simons is sinds 1976 actief als acteur en regisseur. In 1985 richtte hij Theater Hollandia op. Op dit ogenblik is Simons directeur en regisseur bij het NTGent. Hij regisseerde er voorstellingen zoals ‘De Asielzoeker’ en ‘Platform’. Ook buiten Nederland en België heeft Simons succes. Veel van zijn regies kwamen de voorbije jaren in onder meer Duitsland en Frankrijk op de planken


De prijs wordt op zondag 20 mei in het Muziekgebouw aan 't IJ in Amsterdam uitgereikt. Eerdere winnaars waren onder andere schrijfster Hella Haasse, de vroegere Duitse ambassadeur in Nederland, Otto von der Gablentz, en rechtswetenschapper en mensenrechtenactivist Abdullahi Ahmed an-Naim.

Helvetica is als architectuur

Tot eind maart volgend jaar loopt in het Museum of Modern Art (MoMa) in New York een tentoonstelling over het lettertype Helvetica. Het mag als één van de iconen van de voorbije eeuw genoemd worden, zoals dat ook de nylonkous en Volkswagen dat zijn. Het is immers alom aanwezig. Alleen Microsoft moest er niet van weten en koos in 1992 voor een andere standaardletter voor zijn Windows-programma.


“Het lettertype is overal om ons heen,” benadrukt Gary Hustwit, maker van een documentaire over Helvetica. “We zien het elke dag meerdere keren op borden en advertenties.” Helvetica is dan ook één van de meest gebruikte lettertypes van de twintigste eeuw. Bedrijven zoals
American Airlines, BMW, Fendi, Nestlé, Intel, Mitsubishi en BASF gebruiken het voor hun logo. Ook de New Yorkse metro, kranten en postzegels werken met het lettertype.


In 1957 ontwierp de Zwitser Edouard Hoffmann de voor die tijd zeer moderne letter Helvetica, die eerst de naam Neue Haas Grotesk meekreeg. Al vlug werd het lettertype overal ingevoerd, maar niet bij Microsoft. Die vond de Helvetica te duur en koos in 1992 voor het goedkopere Arial als standaardletter voor zijn Windows-programma. Arial wordt algemeen nog altijd als het inferieure, lelijke broertje van Helvetica beschouwd.


Volgens curator Christian Larsen wordt het lettertype zoveel gebruikt omdat het snel en duidelijk een boodschap overbrengt zonder af te leiden. “Als je het leest, vallen de vormen van de letters niet op,” benadrukte hij. “Alleen de boodschap van de woorden komen over.” Volgens kenners zal het lettertype trouwens nog heel lang meegaan, net zoals schitterende architectuur.

Antwerpen toont kunst van de straat

In de Koningin Fabiolazaal aan de Jezusstraat in Antwerpen loopt van 20 april tot 10 juni een tentoonstelling met werk van de kunstenaar Nikifor. De Poolse kunstenaar wordt gerangschikt bij de top vijf van de naïeve schilderkunst van de hele wereld. Op dit ogenblik is hij nagenoeg alleen nog bekend in Oost-Europa, maar voor de tweede wereldoorlog werd zijn werk getoond in verschillende Europese hoofdsteden.


Nikifor werd in 1895 in het Poolse Krynica geboren. Hoewel hij op dit ogenblik bij het grote publiek niet meer in gekend, genoot hij voor de tweede wereldoorlog heel wat faam. Ook op het einde van zijn leven – Nikifor overleed in 1968 – genoot hij weer meer populariteit. Verschillende musea over de hele wereld bezitten werk van hem.



Dankzij het samenwerkingsverband met de Poolse provincie Malopolska kan nu in Antwerpen voor het eerst een retrospectieve tentoonstelling van zijn werk gehouden worden. Nikifor leefde aan de zelfkant van de maatschappij, voornamelijk in zijn geboortestad Krynica, een Pools kuuroord, waar hij zijn werkjes probeerde te verkopen aan de toeristen.


De kunst was het enige uitdrukkingsmiddel dat Nikifor had, want door een ernstig spraakgebrek kon hij zich moeilijk uitdrukken en hij was ongeletterd. Hij tekende en schilderde wat hij zag op zijn zwerftochten door het Poolse platteland. Zij onderwerpen bestonden uit beelden van gehuchten en steden, kerken en andere gebouwen, waarbij hij ook vaak zichzelf afbeeldde als bisschop, rechter of heilige.


Op de tentoonstelling zijn een zestigtal werken van deze nagenoeg vergeten meester te bewonderen. De toegang is gratis. Meer informatie is te verkrijgen op de website www.provant.be.

Berlijnse collectie in Rembrandthuis

Tot eind mei loopt in het Rembrandthuis in Amsterdam een tentoonstelling met tekeningen van Rembrandt uit het Kupferstichkabinett in Berlijn. De collectie uit de Duitse hoofdstad behoort tot de belangrijkste verzamelingen van tekeningen van de Hollandse schilder in de wereld.


“De collectie in het Kupferstichkabinett bevat louter meesterwerken, waaronder persoonlijke documenten als het met zilverstift getekende portret van Saskia, de jonge bruid van de kunstenaar,” aldus het Rembrandthuis. “Door de verscheidenheid aan onderwerpen en de grote afwisseling in functie en techniek biedt de collectie uit Berlijn een representatief beeld van Rembrandts tekenkunst”


Aan de tentoonstelling ging volgens het Rembrandthuis een grondig onderzoek naar de echtheid van de tekeningen vooraf. “De conservator van het Kupferstichkabinett, Holm Bevers, heeft dat onderzoek grotendeels verricht. Van de 130 bladen die vroeger als werk van Rembrandt werden beschouwd, kunnen er nu 55 definitief aan de meester worden toegeschreven,” wordt er opgemerkt.


Op de expositie zijn al die 55 tekeningen te zien, plus 25 bladen met werk van leerlingen, onder wie Carel Fabritius en Ferdinand Bol. Meer informatie is te verkrijgen op de website
www.rembrandthuis.nl.

Will Smith is machtigste acteur

Will Smith is door het Amerikaanse blad Newsweek uitgeroepen tot machtigste acteur van Hollywood. Smith gaat Johnny Depp en Ben Stiller vooraf. Newsweek stelt de lijst samen naar aanleiding van interviews met studiobazen en producers. Verder wordt de macht van een acteur gemeten aan de omzet van een film in het openingsweekend.


Volgens de producers spreekt Will Smith alle lagen van de bevolking aan. Hij is getrouwd met Jada Pinkett en staat bijna nooit in de roddelbladen. “Bovendien heeft Will een talent om goede scripts uit te zoeken,” aldus de jury. “Bijna iedere film die hij maakte sinds 'Independence day' (1996) is een kaskraker geweest.”


Tom Hanks, Tom Cruise en Mel Gibson zijn verdwenen uit de top drie van machtigste acteurs. Newsweek geeft als reden op dat Gibson al ruim vijf jaar niet meer in een grote film heeft gespeeld. Tom Cruise verloor zijn geloofwaardigheid toen hij op de bank bij Oprah Winfrey sprong om zijn liefde voor Katie Holmes duidelijk te maken.


Tom Hanks is volgens het blad boven de lijst uitgestegen. Volgens de filmbonzen kan Hanks werken wanneer het hem uitkomt en houdt de hele wereld van hem.

Auschwitz sluit Russisch paviljoen

De directie van het museum Auschwitz heeft een Russische expositie afgewezen. Het museum kon zich niet verzoenen met het ontbreken van een tekst over de bezetting van een deel van Polen door de Russen. Zolang de tekst in de expositie niet wordt aangepast, blijft het Russische paviljoen in het voormalige concentratiekamp gesloten.


Verschillende landen hebben de jongste tijd hun expositie in het Auschwitz-museum vervangen. Ook het Russische paviljoen was aan vernieuwing toe. De vernieuwde expositie vermeldt echter bij een aantal slachtoffers uit voormalig Pools bezet gebied dat het gaat om Russische slachtoffers.


“De Russen hebben kaarten voorbereid waarop staat dat Russische gevangen uit bijvoorbeeld het plaatsje Lviv naar Auschwitz werden gestuurd. Het gaat hier om mensen uit gebieden die ten tijde van de tweede wereldoorlog Pools bezet gebied waren. Die mensen waren dus Polen,” benadrukte een woordvoerder van het museum. Zolang de tekst van de expositie niet wordt aangepast, blijft het Russische paviljoen in Auschwitz gesloten.

Alternatieve film heeft digitale toekomst

Steeds meer kwaliteitsfilms die nooit de bioskoop halen, krijgen op het internet enorme bereiksmogelijkheden. Een aantal downloaddiensten specialiseert zich immers in deze marktniche. Voorlopig blijft het voer voor echte cinefielen, want het computerscherm is nog altijd niet ideaal voor het bekijken van een film. Een aantal nieuwe technologieën zou die markt echter helemaal kunnen open breken.


De Amerikaanse krant The New York Times wijst erop dat de film 'Black' met Bollywood-acteur Amitabh Bachchan door Time Europe tot één van de beste tien films van 2005 werd uitgeroepen, maar dat de prent nooit de bioscoop heeft gehaald en bij het grote publiek nagenoeg onbekend is. De film is zelfs niet in dvd-formaat op de markt gekomen, maar hij kan van de website Jaman.com wel gedownload worden voor de prijs van 1,99 dollar.


Een aantal websites zoals Jaman specialiseren zich in de verspreiding van dergelijke digitale kwaliteitsfilms, die anders nooit een groot publiek zouden bereiken. "Op dit ogenblik blijft de bijval echter beperkt, want het bekijken van een film op een computerscherm is allesbehalve ideaal," schrijft The New York Times. "Maar er zijn een aantal oplossingen, zoals Apple TV, onderweg om die kloof te overbruggen."


Met de nieuwe technologieën wordt het immers gemakkelijk om een filmfile van de computer over te hevelen naar een plasmascherm of van de televisie een internet-apparaat te maken. "Indien dat proces naadloos verloopt, kan de digitale filmdistributie van een aantal getalenteerde onbekenden nieuwe beroemdheden maken, zoals de homevideo in de jaren tachtig ook de carrières van filmmakers Steven Soderbergh, Spike Lee en John Sayles lanceerde," meent The New York Times.


"Alternatieve content krijgt steeds meer mogelijkheden om ontdekt te worden," vertelde Curt Marvis, topman van de digitale bioscoop CinemaNow.com. "Ik heb het niet over video's op YouTube, maar over films die belangrijke festivals halen. Omdat het onderwerp controversieel is, het publiek moeilijk te bereiken valt of de distributie financieel niet haalbaar is, bleven die in het verleden bij de grote massa volledig onbekend. Maar er is op het internet duidelijk een publiek voor deze films."


The New York Times stelt dat de grote filmstudio's heel terughoudend zijn met hun online aanbod, uit angst voor piraterij of om te vermijden dat ze hun dvd-verkopen zouden kunnen kannibaliseren. "Maar ze kunnen wellicht niet lang meer hun kop in het zand blijven steken," waarschuwt de krant. "De dvd-markt blijft achteruit boeren en voorspeld wordt dat internet-video een miljardenmarkt zal worden."

Sunday, April 01, 2007

Edinburgh zet opera centraal

Het Festival van Edinburgh staat dit jaar in het teken van de vierhonderdste verjaardag van de opera. In 1607 schreef de Italiaanse componist Claudio Monteverdi immers ‘L’ Orfeo’, dia algemeen beschouwd wordt als de geboorte van de opera. Het festival zelf viert zijn zestigste verjaardag. L’Orfeo zal uiteraard ook in Edinburgh worden opgevoerd, samen met ander werk van Monteverdi.


“Ik heb bewust niet gekozen voor een thema rond een geboorte of een dood,” stipte Jonathan Mills (43), de nieuwe artistiek directeur van het festival aan. “Ik gaf de voorkeur aan de verjaardag van een idee of een uitvinding. Daarbij kwam ik haast automatisch bij het ontstaan van de opera. De geschiedenis van de opera gaat immers terug tot ‘Orfeo’ van Claudio Monteverdi.”


De Spaanse dirigent Jordi Savall zal met een operagezelschap en orkest uit Barcelona daarbij een theatrale en klassieke versie brengen van ‘Orfeo’. Tijdens het verloop van het festival zullen ook verscheidene thema’s op Monteverdi en zijn muziek naar voor worden gebracht. Het festival start echter met de opvoering van ‘Candide’ van de Amerikaanse componist Leonard Bernstein.


Het festival brengt verder ook theater, dans, concerten en visuele kunsten met kunstenaars en performers uit de hele wereld. Ook de locale Schotse cultuur komt tijdens het festival aan bod. Ook de populaire militaire taptoe staat dit jaar op het programma. Het festival loopt van 10 augustus tot 2 september. Vorig jaar trok het evenement 400.000 bezoekers.

Charmante Meisjes in Tabaksmuseum

Nog tot 22 april loopt in het Nationaal Tabaksmuseum in Wervik de tentoonstelling ‘Charmante Meisjes’ met zogenaamde Shanghai kalenderposters. De geschiedenis van deze posters gaat terug tot het begin van de twintigste eeuw, toen gepoogd werd om sigaretten te gebruiken als alternatief voor het opiumgebruik. De kalenderposters kwamen vorig jaar in het bezit van de Vrienden van het Tabaksmuseum.


“Meestal worden niet-Europese tabaksattributen en tabaksmaterialen niet verworven, maar voor die kalenderposters werd een uitzondering gemaakt,” aldus de directie van het Tabaksmuseum. “De geschiedenis van deze posters gaat terug tot in het begin van de 20ste eeuw, toen in China de opiumcultuur aan banden gelegd werd en het overdadig gebruik van opium in China in verband gebracht werd met de wankelende socio-politieke situatie uit die jaren.”


Slimme reclamejongens en westerse sigarettenfabrikanten zagen toen al potentie voor de verkoop van een alternatief voor het opiumgebruik, de kant en klare sigaret. In de jaren 1920 verdrong deze sigaret de andere rookvormen en tabaksgebruiken. Grote Westerse sigarettenfabrikanten proberen met allerlei middelen de gunst van de Chinese roker te verkrijgen. Delocalisatie was toen reeds een gebruikt woord, want diverse sigarettenfabrieken werden naar China overgebracht.


De posters waren één van de middelen om de sigaret aan te prijzen. “Ze gingen terug op een oud Chinees gebruik van kalenderposters, want de westerse fabrikanten hadden intussen ingezien dat zuivere westerse technieken en tabakspropaganda in het toenmalige China niet werkten en ze ook moesten teruggrijpen naar typische Chinese elementen,” aldus de curatoren. “Daarom grepen ze terug naar de kalenderposters die nu op grote schaal Westerse waren gingen promoten, waarbij geneesmiddelen en tabaksproducten het meest voorkwamen. Vooral tabakswaar werd via die posters aangeprezen.”


Iedere sigarettenfabrikant had binnen zijn bedrijf één of meerdere medewerkers die zich bezig hielden met de aanmaak van die posters. Vooral Shanghai werd het knooppunt van de posterindustrie, omdat daar ook de grafische industrie zich het snelste ontwikkelde. Na verloop van tijd, vooral in de jaren 1920 en 1930, werd het een eer om als kunstenaar te worden ingeschakeld in het ontwerpen van de Shanghaiposters. Verschillende bekende Chinese kunstenaars werden dan ook door de grote bedrijven ingeschakeld om mee te werken aan de posterproductie.


Anderzijds was het ook wel een eer om afgebeeld te worden op de posters. Het waren vooral de toenmalige Chinese bekende figuren die zich terugvonden op de posters. Het waren meestal meisjes die furore maakten als actrice of als toneelspeelster en wiens leven door eenieder gekend werd en via de media gevolgd werd.


Meer informatie over de tentoonstelling kan verkregen worden op de website www.nationaaltabaksmuseum.be.

Uitbreiding Prado is afgerond

De uitbreidingswerken van het wereldberoemde Prado-museum in de Spaanse hoofdstad Madrid zijn nagenoeg afgerond. Daardoor krijgt het museum in de toekomst de kans om een groter deel van zijn collectie tezelfdertijd te exposeren. De uitbreidingswerken gingen in 2002 van start en hebben in totaal 152 miljoen euro gekost. De werken stonden onder leiding van architect Rafael Moneo.


De eerste plannen voor de uitbreiding en modernisering van het bijna tweehonderd jaar oude El Museo del Prado dateren uit 1994. Het museum werd immers geconfronteerd met een dalende belangstelling. Vandaag wordt het museum jaarlijks door twee miljoen kunstliefhebbers bezocht.


Het Prado herbergt één van de belangrijkste schilderijencollecties ter wereld, met onder meer meesterwerken van Velazquez, Goya, Rubens en Botticelli. Tot 2002 kon het museum echter slechts een fractie van zijn enorme collectie permanent tonen. Door de nieuwbouw is de ruimte voor vaste en tijdelijke exposities met de helft toegenomen.

Antwerpen hoopt op een beestige zomer

Deze zomer wordt rond het Koningin Astridplein het stadsfestival ‘O Dierbaar Antwerpen’op stapel gezet. In het Centraal Station, het Koningin Astridplein en de Zoo worden exposities, optredens, films en wandelingen georganiseerd over de band tussen Antwerpen en zijn dieren. De stationsbuurt moet immers de grote trekpleister van het toeristische seizoen.


Het festival ‘O dierbaar Antwerpen’ start op 5 mei en loopt tot eind december. In en rond het Centraal Station worden de negen reuzenolifanten van het voorbije Beaufort-festival in De Panne geplaatst. In de Antwerpse Zoo wordt een 19de eeuws rariteitenkabinet nagebouwd, zoals de dierentuin er ook in 1843 eentje opende. Het kabinet omvat dierenembryo's op sterk water, skeletten, opgezette beesten, dieren uit de diepvries voor wetenschappelijk onderzoek of gekke eieren.


Het gezelschap Mart!Hatentatief brengt opnieuw het theaterstuk ‘De Zoologie’ in de dierentuin. Het stuk was in 2002 en 2003 was tijdens de Zomer van Antwerpen ook al een groot succesnummer. Het Museum Plantin en Moretus, het Rockoxhuis en de Stadsbibliotheek organiseren tentoonstellingen over dieren.


In het Filmmuseum worden dierenfilms gedraaid, zoals ‘King Kong’ en ‘Jonathan Livingstone Seagull’. Daarnaast worden ook tekenfilms van Mickey Mouse en Bugs Bunny getoond. Er zijn ook een aantal stadswandelingen voorzien, met onder meer een stadssafari die op zoek gaat naar vogels in de stad.

Brusselse Kunstbiënnale geraakt niet rond

Er is een grote kans dat de Brusselse Kunstbiënnale met een jaar zal moeten worden uitgesteld. De budgetten geraken volgens coördinator Barbara Vanderlinden niet op tijd rond. Oorspronkelijk was voorzien dat de kunstmanifestatie deze zomer op diverse Brusselse locaties zou worden georganiseerd. Er zou ook een afgeslankte versie kunnen komen, maar Vanderlinden zegt voorstander te zijn van een uitstel.


De Brusselse Biënnale is een initiatief van Roomade, een klein centrum voor hedendaagse kunst, in samenwerking met het Paleis voor Schone Kunsten en het nieuwe kunstencentrum Wiels in Vorst. De manifestatie moet België op de kaart van de hedendaagse kunst zetten, naar het voorbeeld van Kassel en Venetië en zou tussen 8 juni en 9 september georganiseerd worden. Onder de titel ‘Borderland’ zou daarbij aandacht besteed worden aan de veelheid aan culturen binnen de grenzen van Europa.


Maar volgens coördinator Barbara Vanderlinden raakt de financiering niet op tijd rond en is een vertraging onvermijdelijk. “Uitzwermen naar verschillende locaties in de stad, is op dit ogenblik niet haalbaar,” aldus de coördinator. Er worden nu twee verschillende alternatieven overwogen. Er zou kunnen gewerkt worden met een afgeslankte editie of het evenement zou met een jaar kunnen verschoven worden.


Voor de financiering van het project werd het voorbije jaar druk onderhandeld met Belgische overheden en met de Europese Unie. Begin dit jaar waarschuwde Vlaams minister van cultuur Bert Anciaux echter dat hij de biënnale niet tegen elke prijs zou subsidiëren. De Franse gemeenschap moest volgens hem evenveel geld op tafel leggen als Vlaanderen. Anders moest de Brusselse Biënnale naar zijn zeggen maar een Vlaamse kunstbiënnale in Brussel worden.

Prijs ABN AMRO voor Luc Huyse

De Vlaamse auteur en professor Luc Huyse heeft de ABN AMRO Bank Prijs gekregen voor het beste Nederlandstalige non-fictieboek van het voorbije jaar. De jury loofde het boek ‘Alles gaat voorbij, behalve het verleden’ voor zijn originaliteit en unieke combinatie tussen geschiedenis en actualiteit. Ook werd de auteur geprezen voor de universele denkpistes die in het boek worden bewandeld.


Het is de eerste keer dat de ABN AMRO Bank Prijs wordt uigereikt. Luc Huyse kreeg een oorkonde en een cheque ter waarde van 12.500 euro. “Alles gaat voorbij, behalve het verleden’ wordt uitgegeven door Van Halewyck en geeft een overzicht van hoe afgerekend kan worden met een traumatisch verleden. Tezelfdertijd is het een pleidooi om het verleden altijd opnieuw op te roepen en het nooit te vergeten.


De publieksprijs van ABN AMRO Bank ging naar journalist Rudi Vranckx voor zijn boek ‘Geesten van het avondland’, dat uitgegeven wordt door Meulenhoff/Manteau. Vranckx haalde voor zijn boek over moslimterroristen het meeste stemmen op de website van ABN AMRO Bank. Hij kreeg een geldprijs van 2.500 euro.

Arnon Grunberg wint Gouden Uil 2007

De Nederlander Arnon Grunberg heeft de Gouden Uil Literatuurprijs 2007 gewonnen voor zijn boek Tirza. Het boek werd door de jury omschreven als een indringend psychologisch portret, verbonden met de alomtegenwoordige paranoia, walgelijk en fascinerend tegelijk. De Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs werd gewonnen door Marjolijn Hof. Dimitri Verhulst won de de Gouden Uil Prijs van de Lezer.


Arnon Grunberg haalde het van de de Vlamingen Tom Lanoye (Het derde huwelijk) en Dimitri Verhulst (De helaasheid der dingen) en de Nederlanders Remco Campert (Het satijnen hart) en Christiaan Weijts (ART.285b). Grunberg won al eens in 2002 de Gouden Uil. Hij schenkt een deel van de gewonnen som (5.000 euro) aan een advocaat op Guantanamo Bay.


De Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs werd gewonnen door Marjolijn Hof met ’Een kleine kans’. Zij won ook de prijs van de jonge lezer. De Gouden Uil Prijs van de Lezer was voor Dimitri Verhulst met ’De helaasheid der dingen’. De Gouden Uil wordt sinds 1995 jaarlijks uitgereikt door twee professionele jury’s aan het beste fictie of literaire non-fictieboek en aan het beste jeugd-of kinderboek.


De laureaten in beide categorieën kregen een prijzengeld van 25.000 euro en een trofee ontworpen door Ever Meulen. De overige genomineerden ontvangen elk 1.500 euro.

Regisseur Charles Cornette in Leningrad

De Antwerpse regisseur Charles Cornette heeft de voorbije week in Leningrad Oblast een masterclass gegeven. Deze opdracht kaderde in het samenwerkingsakkoord van de provincie Antwerpen met deze Russische regio. Nadat eerst op economisch en medisch vlak ideeën werden uitgewisseld, leren beide regio's nu ook op cultureel vlak van elkaar.


Eerder al zakte de Russische regisseur Michael Levshin af naar België om een masterclass Russisch theater te geven. Dit keer was het de beurt aan een Belg om de Russen de knepen van het theatervak bij te brengen. "Het uitwisselen van artiesten is één van de initiatieven die wij ondersteunen," aldus gedeputeerde Ludo Helsen toe. "De Oost-Europese landen hebben naast een potentiële economische markt, ons ook op cultureel vlak veel te bieden."


In maart 1998 ging de provincie Antwerpen een samenwerkingsakkoord aan met de Leningrad Oblast. De uitwerking van het akkoord ligt bij de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) Antwerpen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om bedrijfsleiders van hier in contact te brengen met firma's uit Oost-Europa. Het provinciebestuur organiseerde al tal van handelsmissies en een aantal bedrijven zoals Ahlers, Maxx Logistics, Flarus en Alcatel, zijn al in Leningrad Oblast aanwezig.


Ondertussen werd de samenwerking uitgebreid op het medische en culturele vlak. De eerste jaren werden er al verscheidene tentoonstellingen uitgewisseld. Zo was er een tentoonstelling van Russische iconen in de abdij van Tongerlo en de tentoonstelling van de Belgische fotograaf Hannon werd in diverse steden van de Leningrad Oblast getoond. Ondertussen is er meer diversiteit in de uitwisseling, onder meer door optredens van een koor en het organiseren van masterclasses.


In oktober 2006 kwam de Russische regisseur Michael Levshin reeds naar Antwerpen om een Masterclass Russisch theater te geven. Tijdens zijn verblijf werden de eerste plannen gesmeed om een gelijkaardig initiatief op te zetten in Leningrad Oblast. Deze masterclass werd gegeven worden door Antwerps regisseur Charles Cornette. Greet Vanhassel, docente Russisch aan het HIVT en Hilde Uitterlinden werkten eveneens mee aan het project.

IKOB-tentoonstelling in Bozar

In het Paleis voor Schone Kunsten Bozar in Brussel wordt een selectie getoond uit de collectie van het Internationales Kunstzentrum Ostbelgien (IKOB). De tentoonstelling omvat werk van internationale kunstenaars, al blijft het accent op België liggen. De selectie gaat uit van een diversiteit aan technieken, van schilderkunst tot de nieuwe technologieën over de installaties.


Het museum voor hedendaagse kunst van de Duitstalige Gemeenschap van België, het IKOB, is gevestigd in een drukbezochte commerciële wijk te Eupen. Sinds een tiental jaar is het IKOB de vitrine voor hedendaagse kunst van de Duitstalige Gemeenschap. Het museum stelt sinds 2003 een verzameling samen waarvan de kern kunstwerken zijn uit de EU-regio.


“De collectie wordt samengesteld uit kunstenaars die eerder al in het IKOB hebben tentoongesteld,” aldus IKOB-directeur Francis Feidler. “Zij waarderen de energie en de deskundigheid waarmee de hedendaagse kunst wordt gepromoot. Het is een samenwerking die zich tussen ons en de kunstenaars ontspint. Wij onderhouden vele contacten om uitwisselingen en tentoonstellingen te organiseren.”


De verzameling telt nu meer dan 300 werken telt en wordt verondersteld te reizen in België en in het buitenland. De tentoonstelling loopt tot 27 mei in het Paleis voor Schone Kunsten aan de Ravensteinstraat 23 in Brussel. Meer informatie is te verkrijgen op de website www.bozar.be/activity.php?id=6975&.

Speeltijd in Atheneum Berchem

Tot 15 april loopt in het Koninklijk Atheneum Berchem de tentoonstelling ‘Speeltijd’, waarbij ter gelegenheid van de paasvakantie werk van elf international gereputeerde actuele kunstenaars wordt getoond in de klaslokalen. Elke kunstenaar krijgt een klaslokaal ter beschikking, waar hij een werk brengt rond de adolescentie.


“De tentoonstelling biedt een parcours door de gangen en klassen van het unieke modernistische gebouw waarin het atheneum gehuisvest is,” stippen de organisatoren aan. “Elke kunstenaar krijgt een klas ter beschikking waarin hij een werk installeert en in dialoog treedt met de beladen ruimte die het klaslokaal is. Zowel de school als de adolescentie vormen de achtergrond en het decor van dit tentoonstellingsproject, dat inspeelt op het begrip kwetsbaarheid.”


“Tijdens de middelbare schoolperiode - de zogenaamde speeltijd - ontwikkelt het kind zich tot volwassene, wat vaak gepaard gaat met onzekerheid en trauma,” wordt opgemerkt. “Het onderzoekende karakter van de jongvolwassene loopt parallel met de bevragende natuur van de kunstenaar. In sommige gevallen verwijst het getoonde werk letterlijk naar het gegeven van de adolescentie. In andere gevallen wordt algemener ingespeeld op het begrip kwetsbaarheid.”


De deelnemende kunstenaars zijn Philip Aguirre, Dirk Braeckman, David Claerbout, Cel Crabeels, Goele De Bruyn, Rineke Dijkstra, Kris Fierens, Charles Fréger, Karin Hanssen, Marc Steculorum en Luc Tuymans. De tentoonstelling heeft plaats in het Koninklijk Atheneum aan de Uitbreidingsstraat 246 in Berchem. Meer informatie is te verkrijgen op de website www.kab-blijft.org/speeltijd.